Francesco Redi

Experimentele toxicologieEdit

In 1664 schreef Redi zijn eerste monumentale werk Osservazioni intorno alle vipere (Observaties over adders) aan zijn vriend Lorenzo Magalotti, secretaris van de Accademia del Cimento. Hierin begon hij de heersende wetenschappelijke mythen te doorbreken (die hij “ontmaskering van de onwaarheden” noemde) zoals adders drinken wijn en verbrijzelen glazen, hun gif is giftig als het wordt ingeslikt, de kop van een dode adder is een tegengif, het gif van de adder wordt geproduceerd uit de galblaas, enzovoort. Hij legde eerder uit hoe slangengif geen verband houdt met de beet van de slang, een idee dat indruist tegen het populaire geloof. Hij voerde een reeks experimenten uit over de gevolgen van slangenbeten, en toonde aan dat gif alleen giftig is wanneer het via een beet in de bloedbaan terechtkomt, en dat de giftand gif bevat in de vorm van gele vloeistof. Hij toonde zelfs aan dat door het aanbrengen van een strakke ligatuur vóór de wond, de passage van gif naar het hart kon worden voorkomen. Dit werk markeerde het begin van de experimentele toxinologie/toxicologie.

Entomologie en spontane generatieEdit

Main article: Spontane generatie
Esperienze Intorno alla Generazione degl’Insetti frontcover

Redi is vooral bekend om zijn reeks experimenten, gepubliceerd in 1668 als Esperienze Intorno alla Generazione degli Insetti (Experimenten over de generatie van insecten), dat wordt beschouwd als zijn meesterwerk en een mijlpaal in de geschiedenis van de moderne wetenschap. Het boek is een van de eerste stappen in de weerlegging van “spontane generatie” – een theorie die ook bekend staat als Aristotelische abiogenese. In die tijd was de heersende opvatting dat maden spontaan ontstonden uit rottend vlees.

Een moderne weergave van Redi’s experiment over abiogenesis

Redi nam zes potten en verdeelde die in twee groepen van drie: In het eerste potje van elke groep stopte hij een onbekend voorwerp, in het tweede een dode vis en in het laatste een rauw stuk kalfsvlees. Redi bedekte de bovenkanten van de eerste groep potten met fijn gaas, zodat er alleen lucht in kon komen. De andere groep liet hij open. Na enkele dagen zag hij maden verschijnen op de voorwerpen in de open potten, waarop vliegen hadden kunnen landen, maar niet in de met gaas bedekte potten. Bij het tweede experiment werd vlees in drie potten bewaard. Eén van de potten was niet afgedekt, en twee van de potten waren afgedekt, één met kurk en de andere met gaas. Vliegen konden alleen in de onbedekte kruik komen, en daarin verschenen maden. In de pot die met gaas was afgedekt, verschenen maden op het gaas, maar zij overleefden niet.

Illustratie uit Rediʼs Esperienze Intorno alla Generazione degl’Insetti

Redi zette zijn experimenten voort door de maden te vangen en te wachten tot zij een metamorfose ondergingen, wat zij ook deden en vliegen werden. Wanneer dode vliegen of maden in verzegelde potten met dode dieren of kalfsvlees werden gedaan, verschenen er geen maden, maar wanneer hetzelfde werd gedaan met levende vliegen, verschenen er wel maden. Redi was zich terdege bewust van het lot van uitgesproken denkers als Giordano Bruno en Galileo Galilei, en hij waakte ervoor zijn nieuwe opvattingen zo te verwoorden dat zij niet in strijd zouden zijn met de theologische traditie van de Kerk; vandaar dat zijn interpretaties altijd gebaseerd waren op bijbelse passages, zoals zijn beroemde adagium: omne vivum ex vivo (“Alle leven komt voort uit leven”).

ParasitologieEdit

Redi was de eerste die ectoparasieten beschreef in zijn Esperienze Intorno alla Generazione degl’Insetti. Zijn opmerkelijke illustraties in het boek zijn die met betrekking tot teken, waaronder herten- en tijgerteken; het bevat ook de eerste afbeelding van de larve van Cephenemyiinae, de neusvliegen van herten, en van de schapenleverworm (Fasciola hepatica). Zijn volgende verhandeling in 1684, getiteld Osservazioni intorno agli animali viventi che si trovano negli animali viventi (Waarnemingen bij levende dieren, die in levende dieren zitten), bevatte de beschrijvingen en de illustraties van meer dan 100 parasieten. Daarin maakt hij ook onderscheid tussen de regenworm (die algemeen als een helminth wordt beschouwd) en Ascaris lumbricoides, de menselijke rondworm. Een belangrijke vernieuwing uit het boek zijn zijn experimenten met chemotherapie waarbij hij de “controle” toepaste, de basis van de experimentele opzet in modern biologisch onderzoek. Hij beschreef zo’n 180 soorten parasieten. Misschien wel zijn belangrijkste waarneming was dat parasieten eieren produceren en zich daaruit ontwikkelen, hetgeen in tegenspraak was met de heersende opvatting dat zij spontaan ontstaan.

Standbeeld van Francesco Redi op de Uffizi Galerij (Piazzale degli Uffizi) in Florence. Aan zijn voeten ligt een kopie van Bacco in Toscana

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.