Red velvet ant or “cow killer”, Dasymutilla occidentalis (Linnaeus) (Hymenoptera: Mutillidae).Photo by Drees.
Common Name: Rode fluweelmier of “koeiemoordenaar”
Wetenschappelijke naam: Dasymutilla occidentalis (Linnaeus)
Orde: Hymenoptera
Beschrijving: Deze insecten zijn wespen, geen mieren. De vrouwtjes zijn vleugelloos en bedekt met dichte haren, oppervlakkig gelijkend op mieren. De rode fluweelmier is de grootste fluweelmier soort, die ongeveer 3/4 inch lang wordt. Ze zijn zwart van kleur met dichte oranjerode haren op de thorax en het achterlijf. De mannetjes zijn gelijkaardig maar hebben vleugels en kunnen niet steken.
Er zijn verschillende andere soorten fluweelmieren die algemeen zijn in Texas, waaronder de grijze fluweelmier of disteldonsmutillide, Dasymutilla beutenmulleri, en D. fulvohirta. De meeste zijn solitaire parasieten van onvolwassen wespen (Vespidae en Sphecidae), solitaire bijen en sommige andere insecten zoals kevers en vliegen. Gevleugelde mannetjes kunnen verward worden met andere Hymenoptera. De adulten van de Tiphiide wesp, Myzinum sp. (Hymenoptera: Tiphiidae) zijn zwart en geel, 3/4 inch lang. Ze kunnen in grote aantallen voorkomen, soms op bloemen van landschapsplanten. De larven zijn parasieten van witte engerlingen (Coleoptera: Scarabeidae).
Life Cycle: Vrouwtjes zoeken de onrijpe stadia van grondbroedende bijen, graven naar de nestkamers en vreten een gat door de cocon. Ze legt een eitje op de gastheerlarve, die spoedig uitbroedt tot een witte pootloze larve. De onvolwassen fluweelmier eet de gastheerlarve op en ontwikkelt zich door verscheidene larvale stadia alvorens een pop te vormen.
Een tiphiide, Myzinum sp. (Hymenoptera: Tiphiidae) mannetje, parasiterend op witte engerlingen; (Coleoptera: Scarabiidae). Foto door Drees.
Habitat, Voedselbron(nen), Schade: Monddelen zijn om op te kauwen. Eenzame vrouwtjes kunnen kruipend op de grond worden gevonden, vooral in open zandgebieden. Volwassen dieren zijn het talrijkst in de warme zomermaanden. Larven zijn solitaire, uitwendige parasieten van zich ontwikkelende hommels.
Peststatus: De gemeenschappelijke naam, “cow killer,” wordt verondersteld om de pijnlijke steek te beschrijven die deze insecten kunnen toebrengen aan mens en dier, hoewel het twijfelachtig is dat veel koeien daadwerkelijk worden gestoken.
Voor aanvullende informatie, neem contact op met uw lokale Texas A&M AgriLife Extension Service agent of zoek naar andere staat Extension offices.
Literatuur: Borror et al. 1989; Brook et al. 1982. James & Harwood 1969; Swan & Papp 1972.