Zelfpresentatie

BIBLIOGRAPHY

Zelfpresentatie is het proces waarmee individuen zichzelf presenteren aan de sociale wereld. Dit proces vindt plaats op zowel bewuste als onbewuste (automatische) niveaus en wordt meestal gemotiveerd door een verlangen om anderen te behagen en/of in de behoeften van het zelf te voorzien. Zelfpresentatie kan worden gebruikt als een middel om de indrukken die anderen van zichzelf hebben te beheersen. Strategische of tactische zelfpresentatie (impression management) doet zich voor wanneer individuen trachten een gewenst beeld te scheppen of een gewenste respons bij anderen op te roepen.

Het concept zelfpresentatie is ontstaan uit de symbolisch interactionistische (SI) traditie. De SI-traditie is een unieke sociologische bijdrage aan het gebied van de sociale psychologie die aandacht besteedt aan de processen waarmee individuen de sociale wereld creëren en er over onderhandelen. SI stelt dat het door interactie en de ontwikkeling van gedeelde betekenissen (symboliek) is dat individuen door de sociale wereld navigeren. Het werk van Erving Goffman, met name The Presentation of Self in Everyday Life (1959), is een voorbeeld van de SI-traditie en is een belangrijke bijdrage aan de studie van impressiemanagement en zelfpresentatie.

Goffman gebruikt een dramaturgische metafoor waarin hij elementen van sociale interactie op het toneel in kaart brengt. Werkend op het microsociologische niveau, concentreerde Goffman zich op het proces waarmee acteurs rollen construeren en deze uitbeelden aan een publiek. De sociale acteur probeert een façade te creëren die zowel geloofwaardig is als de goedkeuring van anderen wekt. Goffmans werk over impressiemanagement en zelfpresentatie biedt een routekaart voor het begrijpen van menselijk gedrag en de spanning tussen het individu en de maatschappij.

Na Goffmans vroege verwoording van ideeën over zelfpresentatie, ontwikkelden experimentele sociaal psychologen zoals Edward E. Jones en Barry R. Schlenker experimentele methoden voor het bestuderen van zelfpresentatie. Dit vruchtbare werk leverde empirische gegevens over zelfpresentatie op die de ontwikkeling van theoretische beschouwingen over zelfpresentatie voedden (bv. Schlenker 1975). Jones’ belangrijke tekst Ingratiation presenteerde ingratiation als een vorm van impressiemanagement waarmee actoren positieve reacties van anderen kunnen uitlokken (Jones 1964). Een taxonomie van zelfpresentatiestrategieën omvat inburgering, intimidatie, zelfpromotie, exemplificatie en smeekbede (Jones en Pittman 1982).

Zelfpresentatie is een belangrijk onderdeel van het sociale leven en is grotendeels een prosociale manier waarop individuen onderhandelen over sociale interacties. Toch kan het proces van zelfpresentatie voor het individu beladen zijn met spanningen. Deze spanningen kwamen naar voren in het baanbrekende werk van Goffman, dat een gevoelige uiteenzetting gaf van de interne spanningen die kunnen ontstaan in de afwegingen tussen de behoefte aan sociale goedkeuring en het verlangen naar authenticiteit. Arlie Russell Hochschild’s The Managed Heart (1983) richt zich op het emotionele werk dat gepaard gaat met zelfpresentatie. Andere wetenschappers (bv. Erickson en Wharton 1997) hebben zich ook beziggehouden met de conflicten die kunnen ontstaan bij zelfpresentatie. Niet alle mensen proberen of zijn bereid om hun publiek een onnauwkeurig beeld voor te schotelen. Voor sommige mensen zijn er andere psychologische behoeften dan de behoefte aan sociale goedkeuring die het gedrag sturen.

Zelfpresentatie is complex: het is zowel een variabele op basis van individuele verschillen als een functie van sociale situaties. Zelfpresentatiestrategieën verschillen tussen individuen, maar worden ook beïnvloed door omgevingsfactoren. Naast de verschillen in zelfpresentatie op basis van leeftijd, geslacht en cultuur, hebben onderzoekers verschillen in zelfpresentatie waargenomen op basis van omgevingsfactoren. Dat wil zeggen dat individuen ervoor kunnen kiezen om hun zelfpresentatie te veranderen in reactie op signalen uit de sociale omgeving. Met signalen worden hier zowel omgevingscues bedoeld, zoals de sociale context (d.w.z. hoe openbaar de omgeving is), als interpersoonlijke cues, zoals de waargenomen reacties van anderen. Individuen kunnen ook verschillen in de mate waarin zij aan zelf-monitoring doen. Self-monitoring is de mate waarin individuen hun gedrag en zelfpresentatie controleren in reactie op echte of waargenomen interactionele signalen.

Zelfpresentatie is zowel een individuele ervaring als een sociaal fenomeen en benadrukt de spanningen die inherent zijn aan menselijke interactie.

BIBLIOGRAPHY

Erickson, Rebecca, and Amy S. Wharton. 1997. Onauthenticiteit en Depressie: Assessing the Consequences of Interactive Service Work. Work and Occupations 24: 188-213.

Goffman, Erving. 1959. The Presentation of Self in Everyday Life. New York: Anchor.

Hochschild, Arlie Russell. 1983. Het beheerde hart: Commercialisering van het menselijk gevoel. Berkeley: University of California Press.

Jones, Edward E. 1964. Ingratiation: A Social Psychological Analysis. New York: Meredith.

Schlenker, Barry. R. 1975. Self-Presentation: Managing the Impression of Consistency when Reality Interferes with Self-Enhancement. Journal of Personality and Social Psychology 32: 1030-1037.

Alexis T. Franzese

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.