Noorwegen, Zweden en Denemarken waren ooit allemaal één land. Allemaal afgeleid van het Oud-Noors, waarnaar wordt verwezen als de “Vikingtaal”. We zullen onze aandacht echter in de eerste plaats verleggen tussen Zweeds en Noors. Tijdens mijn pendelen tussen Noorwegen en Zweden heb ik vaak gemerkt hoezeer de talen op elkaar lijken.
De rechtstreeks vertaalde vraagwoorden zijn:
Vad-Hva-Wat
Var- Hvor-Waar
Vem-Hvem-Wie
När-Når-Wanneer
Värfor-Hvorfor-Waarom
De extra letters schriftelijk worden uitgedrukt als:
Noors: å, æ, ø
Zweeds: å, ä, ö
Noors gebruikt uitdrukkingen van Oud-Noors uitgangspunt die stevig met Zweeds vereenzelvigd zijn. Dientengevolge is “misschien” kanskje in het Noors en kanske in het Zweeds, “nee” is nei in het Noors en nej in het Zweeds. Zowel het Noors als het Zweeds hebben de gevoelige ‘k’, dus terwijl het Noorse woord voor ‘liefde’, kjærlighet, dichter bij het Zweedse kärlek wordt uitgesproken, wordt de ‘k’ zowel in het Noors als in het Zweeds gearticuleerd als een ‘sh’-klank.
Het is heel gebruikelijk dat Noren Zweeds begrijpen, maar Zweden hebben het meestal moeilijk om Noren te begrijpen. Men moet zich afvragen waarom dit het geval is. Noorse kinderen worden vaak al op jonge leeftijd blootgesteld aan Zweedse kindertelevisieprogramma’s zoals Pippi Långstrump en Emil i Lönneberga. Deze TV-programma’s worden niet naar het Noors vertaald, maar in hun moedertaal, het Zweeds, uitgezonden. De blootstelling aan Zweedse programma’s op jonge leeftijd heeft de kloof tussen de talen voor de Noren helpen overbruggen. Bovendien heeft Noorwegen twee officiële geschreven vormen van het Noors, Bokmål en Nynorsk. Met een verscheidenheid van verschillende dialecten die kunnen lijken op Zweeds of Deens, afhankelijk van welk deel van Noorwegen je bezoekt.