Scallion planten zijn gemakkelijk te kweken en kunnen worden gegeten als zodanig, gebruikt als smaakmaker bij het koken, of als een aantrekkelijke garnering. Lees verder om te leren hoe u sint-jakobsschelpen plant.
Wat zijn sint-jakobsschelpen?
Sint-jakobsschelpen zijn afkomstig van specifieke cultivars van de bolui en hebben een milde smaak. Zijn sint-jakobsschelpen hetzelfde als groene uien? Ja, ze worden gewoonlijk groene uien genoemd; deze planten zijn echter eigenlijk een kruising van de sjalot.
Hoewel ze soms als dusdanig op de markt worden gebracht, is de sint-jakobsnoot niet hetzelfde als de groene bladtop van de bulbusui. Het is de lange, witte schacht die wordt gebruikt, terwijl het groene deel vaak als garnering wordt bereid. Gewone uien produceren deze witte schenkel niet. Bovendien zijn uienbladeren meestal taaier en sterker van smaak. Sjalotten zijn mals en mild.
Dus wat is het verschil tussen sjalotten en sjalotten? Hoewel de twee vaak met elkaar worden verward, zijn scallions (groene uien) en sjalotten heel verschillend. Het meest onderscheidende kenmerk is te vinden in de bol. Sjalotten bestaan uit teentjes, vergelijkbaar met knoflook. Sjalotten hebben een bol als die van een gewone ui, alleen veel kleiner.
Hoe kweekt men sjalotten
Het kweken van sjalotten is eigenlijk gemakkelijker dan het kweken van uien, omdat ze een veel kortere groeiperiode hebben. Rassen die in het voorjaar worden gezaaid, kunnen 60-80 dagen (8-10 weken) na het planten worden geoogst, of wanneer de plantjes ongeveer een halve meter hoog zijn. Bovendien vereisen hun ondiepe wortelsystemen constante vochtigheid en bescherming tegen onkruid. Dicht opeengepakte beplanting en mulch helpen niet alleen het vocht vast te houden, maar houden ook onkruid tegen. Ondiepe besproeiing gedurende het korte groeiseizoen wordt ook aanbevolen.
Hoe plant u sint-jansbrood
Sint-jansbroodplanten kunnen vier tot acht weken voor het uitplanten in de volle grond worden gezaaid of vier weken voor de laatste vorst in het voorjaar direct in de tuin worden gezaaid. Plant de zaden ongeveer 6 cm diep, 1,2 cm van elkaar en met een rijafstand van 30 tot 47 cm.
Transplantaten of setjes kunnen ongeveer 2,5 cm diep worden geplant met 5 tot 7,6 cm tussenruimte.
Blancheer de sinaasappels tijdens hun groei door de grond op te hogen.