Sill, ook wel sheet genoemd, vlakke intrusie van stollingsgesteente die zich vormt tussen reeds bestaande lagen gesteente. Uitsteeksels komen voor parallel aan de bedding van de andere gesteenten die hen omsluiten, en, hoewel zij verticale tot horizontale oriëntaties kunnen hebben, komen bijna horizontale uitsteeksels het meest voor. De dikte van de geologische formaties kan variëren van een fractie van een inch tot honderden meters en kan honderden kilometers lang zijn. Allerlei gesteentesamenstellingen worden in aardlagen aangetroffen. De beroemde basische sills hebben veel aandacht gekregen vanwege de kennis die zij verschaffen over het kristallisatiegedrag van basische magma’s.
Zuilen kunnen worden onderverdeeld op basis van het aantal intrusies die ze hebben gevormd en de variabiliteit van de betrokken gesteentesoorten. Een enkelvoudige zuil is het product van één enkele intrusie, terwijl een meervoudige zuil wordt gevormd door twee of meer intrusies. Een samengestelde zuil is samengesteld uit meer dan één gesteentetype dat tijdens meer dan één intrusie-episode tussen oudere gesteentelagen is geplaatst.