Bij de verkiezingen van 1992 gingen de twee republieken een totaal verschillende richting uit. De burger-democraten onder leiding van Vaclav Klaus wonnen de verkiezingen in Tsjechië en de Beweging voor een Democratisch Slowakije (HZDS) van Vladimir Meciar won in Slowakije. Het verkiezingsprogramma van Meciar over de toekomst van Tsjecho-Slowakije was vaag. Het was een combinatie van elkaar uitsluitende eisen inzake soevereiniteit, internationale erkenning van Slowakije en het behoud van een gemeenschappelijke staat met de Tsjechen. De heer Meciar’s opkomst in Slowakije was gebaseerd op het feit dat hij zowel voor afscheiding als voor het voortbestaan van Tsjecho-Slowakije was, twee standpunten die volstrekt onmogelijk naast elkaar konden worden ingenomen.
Petr Pithart is thans voorzitter van de Tsjechische senaat, en is de christen-democratische kandidaat om Vaclav Havel als president op te volgen. In de periode 1990-1992 was de heer Pithart echter hoofd van de Tsjechische Nationale Assemblee. Hier is wat hij te zeggen heeft over de heer Meciar en zijn motieven:
“Ik heb gecommuniceerd met Vladimir Meciar, ooit waren we allebei premier en ik moet zeggen dat het tragisch was omdat we geen gemeenschappelijke basis konden vinden. Hij was geen partner die je serieus kon nemen, je kon hem niet op zijn woord geloven, hij veranderde voortdurend zijn standpunten over kwesties en geloofde alleen de laatste versies van wat hij zei. Ik kan het niet begrijpen. Natuurlijk maakte Vladimir Meciar het zowel aan Tsjechische als aan Slowaakse zijde gemakkelijker om de staat op te splitsen, door aan te dringen op voorwaarden waaraan nooit kon worden voldaan. Wat voor motief hij ook had, hij zorgde ervoor dat de staat uit elkaar zou vallen. Een volstrekt inconsequente persoonlijkheid met inconsequente eisen.”
Je zou je kunnen voorstellen dat als de staat Tsjecho-Slowakije vernietigd moest worden, de meerderheid van de mensen daar wel achter zou hebben gestaan. Dat was niet het geval. Uit opiniepeilingen is herhaaldelijk gebleken dat de Tsjechen en Slowaken voorstander waren van het behoud van de federatie van hun twee naties. Uit een opiniepeiling die vlak voor de cruciale verkiezingen van juni 1992 werd gehouden, bleek zelfs dat 64 procent van de ondervraagden in Tsjechië en 72 procent van die in Slowakije de onderlinge betrekkingen als zeer goed of tamelijk goed bestempelden. De publieke opinie was toen tegen de afscheiding van Tsjecho-Slowakije.
Het was de politieke elite in beide delen van Tsjecho-Slowakije die de hoofdrol speelde bij de ontbinding van het land. Men zou kunnen zeggen dat Vladimir Meciar de drijvende kracht was, die steeds hogere eisen stelde, waardoor het voortbestaan van Tsjecho-Slowakije in gevaar kwam. Aan Tsjechische zijde droeg de onwil van Vaclav Klaus om toe te geven aan de eisen van Slowaakse politici – om het proces van omvorming tot een markteconomie in stand te houden – verder bij tot de breuk. Beide politici hielden gedurende het hele onderhandelingsproces vast aan hun eigen doelstellingen en verkregen zo politieke macht door het uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije.
Hoewel oppositiepartijen in de Federale Assemblee tegen het uiteenvallen van de staat waren, konden zij niets doen om dit te voorkomen. Uiteindelijk, ondanks het ontbreken van een referendum of enige vorm van nationale consensus, hield de Tsjecho-Slowaakse staat begin januari 1993 op te bestaan.
En u kunt meer informatie en verslagen over het vreedzame uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije hier op onze website vinden.