Airborne precautions are intended to prevent the transmission of pathogenic organisms by droplet nuclei, i.e., to prevent the transmission of infectious agents that remain suspended in air for long periods and travel long distances from the source such as the rubeola virus, the varicella virus, and Mycobacterium tuberculosis.1 Voorzorgsmaatregelen tegen luchtinfecties bestaan uit een hiërarchie van drie niveaus: (1) administratieve controles, (2) omgevingscontroles en (3) controles ter bescherming van de luchtwegen.1,5,6
Administratieve controles zijn bedoeld om de patiënt met een vermoedelijke of bevestigde infectieziekte via de lucht te identificeren en te isoleren en hem uiteindelijk door te verwijzen naar een instelling met een isolatieruimte voor luchtinfecties (AIIR) of hem naar huis te laten gaan, wanneer dit medisch/tandheelkundig gezien nodig wordt geacht.5,6 Een hoge verdenkingsindex en een snelle uitvoering van administratieve controles zijn essentieel om de overdracht van via de lucht overgedragen pathogenen te voorkomen of te onderbreken.
Bij het doornemen van de medische voorgeschiedenis (initiële en/of periodieke updates), met inbegrip van een beoordeling van orgaansystemen, moet alle patiënten routinematig worden gevraagd naar (1) hun geschiedenis van blootstelling aan infectieuze pathogenen, (2) eventuele medische aandoeningen die hun gevoeligheid voor infectieziekten kunnen verhogen, en (3) eventuele tekenen en symptomen van infectieziekte.5 Idealiter zou de medische voorgeschiedenis van patiënten in hun primaire taal moeten worden uitgevraagd.
Voorlopige diagnose van een infectieziekte via de lucht moet worden overwogen bij elke patiënt met tekenen en symptomen van infectie van de ademhalingswegen. Patiënten bij wie een infectie via de lucht wordt vermoed of gedocumenteerd, moeten van andere patiënten worden geïsoleerd in een privé-kamer met de deur dicht en geïnstrueerd worden om strikte ademhalingshygiëne/hoestetiquette in acht te nemen. Hulpverleners moeten ten minste een chirurgisch masker dragen, maar bij voorkeur een N95-wegwerpmasker (zie onderstaande maatregelen ter bescherming van de luchtwegen).5
Patiënten bij wie infectie via de lucht wordt vermoed of is bevestigd en die dringend tandheelkundige zorg nodig hebben, moeten onmiddellijk worden doorverwezen naar een instelling voor mondzorg met een AIIR (zie onderstaande maatregelen ter bescherming van de omgeving); en tijdens het uitvoeren van procedures bij dergelijke patiënten moeten hulpverleners ten minste een N95-wegwerpmasker gebruiken (zie onderstaande maatregelen ter bescherming van de luchtwegen). Routinematige tandheelkundige zorg moet worden uitgesteld totdat een arts infectie uitsluit of bevestigt dat de patiënt niet langer besmettelijk is.5
Milieubeheersingsmaatregelen zijn fysieke of mechanische maatregelen die de verspreiding voorkomen en de concentratie van besmettelijke druppelkernen in de omgevingslucht verminderen. Patiënten met vermoedelijke of bevestigde infecties via de lucht die verzorging nodig hebben, moeten worden behandeld in een AIIR die is ontworpen om (1) negatieve druk in de kamer te verschaffen; (2) een luchtverversingsfrequentie van 6-12 per uur (ACH) te hebben, en (3) de lucht rechtstreeks af te voeren naar buiten het gebouw of de lucht in de kamer te recirculeren via een HEPA-filter (High Efficiency Particulate Air).1,5-7
Controles ter bescherming van de ademhalingswegen verplichten tot het gebruik van ademhalingsapparatuur in situaties met een hoog risico op blootstelling aan druppelvormige kernen.1,5 Mondelinge hulpverleners die zorg verlenen aan een patiënt bij wie een infectie via de lucht wordt vermoed of is bevestigd, moeten een beademingsapparaat gebruiken met een filtratiecapaciteit van ≥95%.1,5 De N-serie wegwerpbare, niet-aangedreven, luchtzuiverende beademingsapparaten met een deeltjesfilter zijn verkrijgbaar met een filterefficiëntie van 95% (N95), 99% (N99) en 99,7% (N100).7