Global Conflict Tracker

Recente ontwikkelingen

Het conflict in Oost-Oekraïne is overgegaan naar een patstelling nadat het begin 2014 voor het eerst uitbrak, maar beschietingen en schermutselingen komen nog regelmatig voor, waaronder een escalatie van geweld in het voorjaar van 2018.

Sinds zijn aantreden is de regering-Donald J. Trump druk blijven uitoefenen op Rusland over zijn betrokkenheid oostelijk Oekraïne. In januari 2018 legden de Verenigde Staten nieuwe sancties op aan eenentwintig personen en negen bedrijven die banden hebben met het conflict. In maart 2018 keurde het ministerie van Buitenlandse Zaken de verkoop van antitankwapens aan Oekraïne goed, de eerste verkoop van dodelijk wapentuig sinds het begin van het conflict, en in juli 2018 kondigde het ministerie van Defensie een extra 200 miljoen dollar aan defensieve hulp aan Oekraïne aan, waardoor het totale bedrag van de sinds 2014 verstrekte hulp op 1 miljard dollar komt.

In oktober 2018 sloot Oekraïne zich aan bij de Verenigde Staten en zeven andere landen van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) bij een reeks grootschalige luchtoefeningen in het westen van Oekraïne. De oefeningen kwamen nadat Rusland in september 2018 zijn jaarlijkse militaire oefeningen had gehouden, de grootste sinds de val van de Sovjet-Unie.

Achtergrond

De crisis in Oekraïne begon met protesten in de hoofdstad Kiev in november 2013 tegen het besluit van de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj om een deal voor meer economische integratie met de Europese Unie te verwerpen. Nadat een gewelddadig optreden van de staatsveiligheidstroepen onbedoeld een nog groter aantal demonstranten aantrok en het conflict deed escaleren, ontvluchtte president Janoekovitsj het land in februari 2014.

In maart 2014 namen Russische troepen de controle over de Oekraïense Krimregio over, alvorens het schiereiland formeel te annexeren nadat de Krimbewoners in een omstreden lokaal referendum stemden voor aansluiting bij de Russische Federatie. De Russische president Vladimir Poetin wees op de noodzaak om de rechten van Russische burgers en Russischtaligen op de Krim en in het zuidoosten van Oekraïne te beschermen. De crisis verscherpte de etnische verdeeldheid, en twee maanden later hielden pro-Russische separatisten in de regio’s Donetsk en Luhansk in Oost-Oekraïne een referendum om zich onafhankelijk te verklaren van Oekraïne.

Geweld in Oost-Oekraïne tussen door Rusland gesteunde separatistische strijdkrachten en het Oekraïense leger heeft volgens voorzichtige schattingen sinds april 2014 meer dan 10.300 mensen gedood en bijna 24.000 mensen verwond. Hoewel Moskou zijn betrokkenheid heeft ontkend, hebben Oekraïne en de NAVO melding gemaakt van de opbouw van Russische troepen en militair materieel in de buurt van Donetsk en Russische grensoverschrijdende beschietingen.

In juli 2014 escaleerde de situatie in Oekraïne in een internationale crisis en bracht de Verenigde Staten en de Europese Unie (EU) op gespannen voet met Rusland toen een vlucht van Malaysian Airlines boven het Oekraïense luchtruim werd neergeschoten, waarbij alle 298 aan boord omkwamen. Nederlandse luchtongelukonderzoekers concludeerden in oktober 2015 dat het vliegtuig was neergehaald door een grond-luchtraket van Russische makelij. In september 2016 zeiden onderzoekers dat het raketsysteem door Rusland was geleverd en dat het bepalend was voor de verplaatsing ervan naar Oost-Oekraïne en vervolgens terug naar Russisch grondgebied na het neerhalen van het vliegtuig.

Sinds februari 2015 hebben Frankrijk, Duitsland, Rusland en Oekraïne via de Akkoorden van Minsk geprobeerd een staakt-het-vuren tot stand te brengen. Het akkoord bevat bepalingen voor een staakt-het-vuren, terugtrekking van zwaar wapentuig, en volledige controle van de Oekraïense regering in het hele conflictgebied. Pogingen om tot een diplomatieke regeling en een bevredigende oplossing te komen zijn echter vruchteloos gebleken.

In april 2016 kondigde de NAVO aan dat de alliantie vier bataljons zou inzetten in Oost-Europa, waarbij troepen zouden rouleren door Estland, Letland, Litouwen en Polen om mogelijke toekomstige Russische agressie elders in Europa af te schrikken, met name in de Baltische staten. Deze bataljons werden vergezeld door twee tankbrigades van het Amerikaanse leger, die in september 2017 naar Polen werden ingezet om de afschrikkende aanwezigheid van de alliantie verder te versterken.

Oekraïne is het doelwit geweest van een aantal cyberaanvallen sinds het conflict in 2014 begon. In december 2015 verloren meer dan 225.000 mensen in heel Oekraïne stroom door een aanval, en in december 2016 kregen delen van Kiev opnieuw te maken met een stroomstoring na een soortgelijke aanval die gericht was op een Oekraïens nutsbedrijf. In juni 2017 werden computersystemen van overheden en bedrijven in Oekraïne getroffen door de cyberaanval NotPetya; de verlammende aanval, toegeschreven aan Rusland, verspreidde zich naar computersystemen over de hele wereld en veroorzaakte miljarden dollars aan schade.

Concerns

Het conflict in Oekraïne riskeert een verdere verslechtering van de betrekkingen tussen de VS en Rusland en een grotere escalatie als Rusland zijn aanwezigheid in Oekraïne of in NAVO-landen uitbreidt. De acties van Rusland hebben bredere bezorgdheid gewekt over zijn bedoelingen elders in Oost-Europa, en een Russische inval in een NAVO-land zou een reactie van de Verenigde Staten als NAVO-bondgenoot uitlokken. Het conflict heeft de spanningen in de betrekkingen van Rusland met zowel de Verenigde Staten als Europa doen toenemen, waardoor de vooruitzichten voor samenwerking elders, onder meer op het gebied van terrorisme, wapenbeheersing en een politieke oplossing in Syrië, worden bemoeilijkt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.