By Richard Kurin, PhD, The Smithsonian
Westwaartse expansie
Noord-Amerika is een uitgestrekt continent. Eeuwenlang, naarmate de Verenigde Staten vorm kregen, heeft het zich westwaarts en verder verspreid, naar nieuwe grenzen toe. Die verspreiding vond plaats omdat Amerikanen gemechaniseerde vormen van vervoer gebruikten en uitvonden, zodat grote aantallen mensen en een enorme hoeveelheid grondstoffen en eindproducten elke hoek van een groeiende, dynamische natie konden bereiken.
De Conestoga wagon is niet wat veel mensen denken dat het is. Als u Westerns hebt gezien met scènes van huifkarren die over de grote prairies trokken, komt deze wagen u waarschijnlijk heel bekend voor. De Conestoga wagon is de voorloper van de 19e-eeuwse prairie schoeners, die kleiner en lichter waren, en meestal getrokken werden door ossen.
Learn More: Planes, Trains, Automobiles…and Wagons
Anatomy of a Conestoga Wagon
Conestoga wagons zijn ontstaan in het midden van de 17e eeuw… bij Lancaster, Pennsylvania en de Conestoga rivier.
Conestoga-wagens ontstonden in het midden van de 17e eeuw, misschien zelfs iets eerder, in de buurt van Lancaster, Pennsylvania, en de Conestoga-rivier. Het frame en de ophanging waren van hout, terwijl de wielen doorgaans een ijzeren rand hadden voor een grotere duurzaamheid. Wagens moesten stevig zijn; ze moesten beekjes en ondiepe rivieren oversteken, steile bergpassen nemen en te maken krijgen met kuilen en diepe modder. Merk op hoe de bak van de wagen is gevormd: hij is gebogen. Als de wagens over heuvels en bergen reden, verschoof de lading naar het midden, in plaats van naar de zijkanten te glijden en de wagen te destabiliseren.
Dit is een transcript uit de videoserie Experiencing America – A Smithsonian Tour through American History. Bekijk hem nu op The Great Courses Plus.
De wagens combineerden bruikbaarheid met Pennsylvania’s Duitse volkskunst met een blauwe bak, rood loopwerk en decoratief ijzerwerk. Zes paarden trokken de wagen. Passagiers zaten er zelden in. De wagenmenner, of koetsier, reed meestal op het paard dat het dichtst bij de wagen stond, aan de linkerkant, of zat op de luie plank, die zich uitstrekte van de wagen, of, ze liepen er naast. Tenslotte werd de wagen tegen weersinvloeden beschermd door een sterke, witte canvas bespanning. Bij goed weer legde de wagen zo’n 10 tot 15 mijl per dag af.
The Route West
Als dit niet de wagons waren die de pioniers naar het Westen brachten, waar gingen ze dan precies naartoe? In zekere zin gingen ze wel naar het Westen, maar niet op de manier die u zich waarschijnlijk voorstelt. De Amerikaanse koloniën en de jonge Verenigde Staten waren rijk aan grondstoffen. Conestoga-wagens vervoerden voorraden en eindproducten van steden in het oosten, zoals Baltimore, naar kolonisten in het binnenland, en keerden terug met meel, whisky, tabak, bont, steenkool, ijzer en andere producten die in kuststeden konden worden verwerkt of in het buitenland verkocht. Een interessante historische noot is dat de slang term “stogie,” voor een goedkope sigaar, afkomstig is van de Conestoga wagon.
Learn More: Gold, Guns and Grandeur-The West
Maar deze wagens werden niet alleen gebruikt voor het verzenden van goederen; ze waren een belangrijk onderdeel van de koloniale migratie. Een oud pad dat de Indianen “Jonontore” noemden en dat de kolonisten uiteindelijk “de Grote Wagen Weg” noemden, strekte zich uit van Philadelphia door Virginia’s Shenandoah Vallei en verder naar Augusta, Georgia. Tussen 1700 en 1775 reisden zo’n 100.000 Duitse en Schots-Ierse immigranten langs deze weg zuidwestwaarts langs de westelijke uitlopers van de Appalachen, op zoek naar land aan de koloniale grens.
In North Carolina bijvoorbeeld steeg het inwonertal van ongeveer 35.000 tot bijna 210.000 mensen. Tegenwoordig loopt de Interstate Highway 81 over een groot deel van de route, en de nederzettingen groeiden als een kralensnoer langs de weg.
Expansion Continues and Roads Emerge
De routes van de kolonisten voerden hen ook verder landinwaarts. Tot het jaar 1700, vestigden Europese kolonisten zich meestal langs de kust. Maar tegen de jaren 1750 en het begin van de Franse en Indiaanse oorlog, rond de tijd dat de Conestoga wagon werd uitgevonden, waren de kolonisten doorgedrongen tot in de oostelijke uitlopers van de Appalachen, maar niet veel verder. Na die oorlog stelden verdragen met de verslagen Indianen de kolonisten in staat om door de bergen heen te dringen en zich aan de andere kant te vestigen.
Learn More: Emancipatie en de Burgeroorlog
De eerste door de federale overheid gefinancierde weg, bekend als de National Road, werd tussen 1811 en 1838 aangelegd.
Door de Oorlog van 1812 kwam het Noordwestelijk Territorium, wat we nu het Midwesten noemen, stevig in Amerikaanse handen. Dit lokte kolonisten naar de vallei van de Ohio-rivier, en de Conestoga-wagon hielp hen daar te komen. Goede wegen werden essentieel; verbeterde snelwegen verbonden Philadelphia met Pittsburgh en Baltimore met Wheeling. De eerste door de federale overheid gefinancierde weg, bekend als de National Road, werd tussen 1811 en 1838 aangelegd. Hij liep van Cumberland, Maryland, naar Wheeling, en vervolgens door Ohio en Indiana naar Vandalia, Illinois. Een groot deel ervan bestaat vandaag nog als US Route 40.
Gemeenschappelijke vragen over de Conestoga Wagon
Tijdens de jaren 1700 tot 1800 was de Conestoga-wagon een betrouwbare manier om een groot aantal producten – ongeveer 12.000 pond – te vervoeren tussen winkels en nederzettingen. De constructie van de wagen was zeer stevig en beschermde de goederen tegen beschadiging als de wagen over hobbelige wegen en door water reed. De wagon werd uiteindelijk vervangen door treinen.
Een prairie schoener, of huifkar, was kleiner en lichter dan een Conestoga wagon, en had slechts twee tot vier paarden nodig om hem te trekken, in tegenstelling tot zes of acht. De Conestoga wagon was nuttiger voor het vervoer van goederen in bulk, terwijl de prairie schoener was praktischer voor algemene reizen.
In films over de Oregon Trail worden vaak Conestoga-wagens gebruikt, maar in werkelijkheid gebruikten de pioniers huifkarren. De Conestoga wagens waren te log om zulke lange afstanden af te leggen.
De constructie van de huifkarren resulteerde in een oncomfortabele reiservaring, waarbij men elke hobbel in de weg kon voelen, en dus gaven de meeste pioniers er de voorkeur aan om te paard of te voet te reizen, lopend naast hun wagens.