Atlantis, ook wel gespeld als Atalantis of Atlantica, een legendarisch eiland in de Atlantische Oceaan, liggend ten westen van de Straat van Gibraltar. De belangrijkste bronnen voor de legende zijn twee van Plato’s dialogen, Timaeus en Critias. In de Timaeus beschrijft Plato hoe Egyptische priesters, in gesprek met de Atheense wetgever Solon, Atlantis beschreven als een eiland dat groter was dan Klein-Azië en Libië samen, en dat net voorbij de Zuilen van Hercules (de Straat van Gibraltar) lag. Ongeveer 9000 jaar vóór de geboorte van Solon, zo zeiden de priesters, was Atlantis een rijk eiland waarvan de machtige vorsten vele landen van de Middellandse Zee veroverden, totdat zij uiteindelijk werden verslagen door de Atheners en hun bondgenoten. De Atlantiërs werden uiteindelijk verdorven en goddeloos, en hun eiland werd door de zee verzwolgen als gevolg van aardbevingen. In de Critias geeft Plato een geschiedenis van het ideale gemenebest van de Atlantiërs.
Atlantis is waarschijnlijk niet meer dan een legende, maar middeleeuwse Europese schrijvers die het verhaal van Arabische geografen ontvingen, geloofden dat het waar was, en latere schrijvers probeerden het te identificeren met een echt land. Na de Renaissance, bijvoorbeeld, werden pogingen ondernomen om Atlantis te identificeren met Amerika, Scandinavië, en de Canarische Eilanden. Het verhaal van Atlantis, als Plato het niet verzonnen heeft, kan in feite een weergave zijn van oude Egyptische verslagen over een vulkaanuitbarsting op het eiland Thera rond 1500 v. Chr. Deze uitbarsting, een van de meest ontzagwekkende in historische tijden, ging gepaard met een reeks aardbevingen en tsunami’s die de beschaving op Kreta verbrijzelden, waardoor misschien de legende van Atlantis is ontstaan.