Hij werd socialist in de jaren 1930 nadat hij in contact was gekomen met werkloze, berooide mijnwerkers, maar George Orwell (de nom de plume van Eric Arthur Blair) raakte er later gedesillusioneerd over; bovendien was hij zeer verontrust door de verspreiding van harde dictaturen. Zijn fabel Animal Farm, geschreven als reactie op zijn grote teleurstelling in het fascisme, marxistisch socialisme en communisme, gebruikt dieren om bepaalde historische figuren voor te stellen en gebeurtenissen uit de Russische geschiedenis van 1817-1943 uit te beelden.
Major = Vladimir Lenin. Lenin was de leider van de Bolsjewistische Revolutie van 1917; hij had de werken van Marx gelezen.
Sneeuwbal = Trotski. Trotski, die zich bij de bolsjewieken aansloot na in een oppositiepartij te hebben gezeten, geloofde dat hij de erfgenaam van Lenin was, maar na de dood van Lenin was Stalin hem te slim af en liet hem uit de partij gooien en verbannen.
Napoleon = Stalin. Net als Stalin schakelt Napoleon zijn concurrentie uit door Sneeuwbal weg te jagen. Hij is een meedogenloze dictator.
Squealer = de communistische spreker die het publiek informeert. Hij herinterpreteert wat er is gebeurd.
Mollie, de jonge merrie = een ijdel vrouwtje dat dwaas geen aandacht schenkt aan veranderingen in het leven. Zij is tevreden met haar toestand zolang zij maar verwend wordt.
Benjamin, de ezel, = oudere mensen die regeringen hebben zien komen en gaan en niets verwachten. het cynisme van iemand die alles heeft gezien en op niets hoopt.
Boxer = de vastgeroeste gelovige in het communisme. Hij denkt dat als hij maar harder werkt, de omstandigheden beter zullen worden, en hij twijfelt nooit aan het gezag. Hij vertegenwoordigt een van de boeren die hopen dat het leven beter zal worden.
Andere menselijke boeren = Duitsland en de geallieerden met wie Stalin verschillende deals en allianties sloot.