Columnar Epithelia
Columnaire epitheelcellen zijn groter dan ze breed zijn: ze lijken op een stapeling van kolommen in een epitheellaag. Ze komen meestal voor in een eenlagige opstelling. De kernen van zuilvormige epitheelcellen in het spijsverteringskanaal lijken aan de basis van de cellen op een rij te staan. Deze cellen absorberen materiaal uit het lumen van het spijsverteringskanaal en bereiden dit voor om het lichaam binnen te komen via de bloedsomloop en het lymfestelsel.
Kolomvormige epitheelcellen die de luchtwegen bekleden, lijken gelaagd te zijn. Elke cel zit echter vast aan het basismembraan van het weefsel en daarom zijn het eenvoudige weefsels. De kernen zijn op verschillende niveaus in de cellaag gerangschikt, waardoor het lijkt alsof er meer dan één laag is. Dit noemt men pseudostratified, columnar epithelia. Deze celbedekking heeft trilharen aan de apicale, of vrije, zijde van de cellen. De trilharen bevorderen de verplaatsing van slijm en ingesloten deeltjes uit de luchtwegen, en helpen zo het systeem te beschermen tegen binnendringende micro-organismen en schadelijk materiaal dat in het lichaam is ingeademd. In sommige weefsels (zoals het slijmvlies van de luchtpijp) komen gobletcellen voor. De gobletcellen bevatten slijm dat irriterende stoffen opvangt, waardoor deze, in het geval van de luchtpijp, niet in de longen terechtkomen.