Variatie is het kruid des levens, wordt wel gezegd. Wanneer u voor een publiek schrijft, is het belangrijk om uw schrijven interessant en boeiend te maken voor uw lezer. Een manier om dit te doen is door zinsvariatie. Om je schrijfwerk extra pit te geven, zijn hier vier dingen waar je op moet letten met betrekking tot je zinnen:
Photo by StockSnap
Zinlengte
Door in je hele paper ongeveer dezelfde zinslengte te gebruiken, verklein je de kans dat er iets opvalt in je schrijfwerk. Als je veel korte zinnen achter elkaar hebt, komt je schrijfsel rommelig over. Aan de andere kant, veel lange zinnen achter elkaar kan moeilijk en saai zijn om te lezen.
Om de zinslengte van uw tekst te controleren, neemt u uw werkstuk door en telt u het aantal woorden in elke zin. Maak een lijst. Zijn alle getallen hetzelfde? Heb je te veel lange zinnen? Staan er veel korte zinnen achter elkaar? Zo ja, overweeg dan een paar zinnen samen te voegen of langere zinnen af te breken om meer zinsvariatie toe te voegen.
Zinstructuur
Een typische zin is als volgt opgebouwd: onderwerp-werkwoord-voorwerp. Om meer variatie aan te brengen, kunt u uw zinsbouw door elkaar halen. Enkele manieren om dit te doen zijn:
- Beginnen met een bijwoord.
Voorbeelden:
Opeens sprong ze overeind en rende naar de deur.
Onvergeeflijk, hij komt elke ochtend om 6 uur op zijn werk aan. - Een zin beginnen met een voorzetselvoorwerp (een zinsdeel dat een zelfstandig naamwoord of werkwoord wijzigt).
Voorbeelden:
In de tuin werkte ze om het onkruid weg te halen en de bloemen te ontbloeien.
Voordat u een nieuwe bank koopt, is het belangrijk uw deuropening op te meten. - Het onderwerp en werkwoord in de zin omkeren.
Voorbeelden:
Springend naar de trein, haalde ze het net voordat de deuren dichtgingen.
Met zuiveringszout en azijn kunt u het afvoerputje van uw douche ontstoppen.
Eerste woorden
Let op de manier waarop u elke zin begint. Als je steeds met hetzelfde woord of twee begint, gaan je lezers zich vervelen.
Om uw schrijven te controleren, maakt u een lijst van het eerste woord in elke zin. Zijn er momenten dat u hetzelfde woord meerdere malen achter elkaar herhaalt? Is er een woord of twee dat u vaak gebruikt om zinnen mee te beginnen? Zo ja, breng dan wat variatie aan door de zinnen anders te formuleren en een nieuwe manier te vinden om ze te beginnen.
Punctuatie
Er zijn vier soorten zinnen: declaratieve, interrogatieve, uitroepende en gebiedende wijs. Heb je elk type gebruikt? Als elke zin bevestigend is, kun je misschien een paar vragende zinnen toevoegen of misschien een uitroepende of gebiedende zin, indien van toepassing. Probeer niet te veel van één type te gebruiken.
Je kunt ook komma’s, streepjes, puntkomma’s, dubbele punten, haakjes en andere interpunctie gebruiken om variatie aan te brengen. Zorg er wel voor dat je alle leestekens correct gebruikt.