Malaria
Malaria, ’s werelds belangrijkste parasitaire infectieziekte, wordt overgebracht door muggen die broeden in zoet of soms brak water.
De ziekte en hoe ze mensen treft
De verschijnselen van malaria zijn koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid, misselijkheid en braken, diarree, bloedarmoede en geelzucht (gele verkleuring van de huid en de ogen). Convulsies, coma, ernstige bloedarmoede en nierfalen kunnen ook voorkomen. De ernst en de verscheidenheid van de symptomen hangen af van het specifieke type malaria. Bij bepaalde types kan de infectie tot vijf jaar inactief blijven en dan opnieuw optreden. In gebieden waar malaria veel voorkomt, kunnen mensen na herhaalde infecties een beschermende immuniteit ontwikkelen. Zonder snelle en doeltreffende behandeling kan malaria evolueren tot een ernstige vorm van cerebrale infectie, gevolgd door de dood. Malaria behoort tot de vijf belangrijkste doodsoorzaken bij kinderen onder de 5 jaar in Afrika.
De oorzaak
Malaria wordt veroorzaakt door vier soorten Plasmodium-parasieten (P. falciparum, P. vivax, P. ovale, P. malariae). Mensen krijgen malaria na gebeten te zijn door een malaria-besmette Anopheles mug. Sommige vrouwtjesmuggen nemen hun bloedmaaltijd in de schemering en de vroege avond, maar andere muggen bijten ’s nachts of in de vroege ochtenduren. Wanneer een mug een besmette persoon bijt, neemt ze samen met het bloed malariaparasieten op. Gedurende een periode van 8 tot 35 dagen (afhankelijk van de omgevingstemperatuur) ontwikkelt de parasiet zich in de mug. De infectieuze vorm (sporozoiet) komt terecht in de speekselklieren en wordt bij latere bloedcontacten geïnjecteerd in de nieuwe menselijke gastheer. In de menselijke gastheer migreren de sporozoieten naar de lever, vermenigvuldigen zich in de levercellen, en verspreiden zich in de bloedbaan. De leverfase kan, afhankelijk van de malariasoort, tussen 8 dagen en enkele maanden duren. Hun groei en vermenigvuldiging vindt plaats in de rode bloedcellen. Klinische symptomen treden op wanneer de rode bloedcellen uit elkaar vallen. Als dit in grote aantallen gebeurt, ervaart de persoon de karakteristieke intermitterende koortsen van de ziekte. De vrijgekomen parasieten dringen andere bloedcellen binnen. De meeste mensen beginnen zich 10 dagen tot 4 weken na hun besmetting ziek te voelen.
Wijdverspreiding
Vandaag de dag komt malaria vooral voor in tropische en subtropische landen, met name in Afrika ten zuiden van de Sahara, Zuidoost-Azië en de bosrandzones in Zuid-Amerika. De ecologie van de ziekte is nauw verbonden met de beschikbaarheid van water, aangezien het larvale stadium van de muggen zich in verschillende soorten watermassa’s ontwikkelt. De muggensoorten verschillen aanzienlijk in hun water-ecologische vereisten (zon of schaduw, met of zonder watervegetatie, stilstaand of langzaam stromend, zoet of brak) en dit beïnvloedt de ecologie van de ziekte. Klimaatverandering (opwarming van de aarde) lijkt de hoogtelimieten van malaria naar hoger gelegen gebieden te verplaatsen, bijvoorbeeld in de Oost-Afrikaanse hooglanden en Madagaskar.
De aanleg van irrigatiesystemen en reservoirs in sommige delen van de wereld kan een dramatisch effect hebben op de verspreiding van malaria en op de intensiteit van de overdracht ervan.
Scope of the Problem
De WHO schat het aantal malariagevallen op 300-500 miljoen, met meer dan een miljoen sterfgevallen per jaar.
De grootste last van malaria (meer dan 90%) ligt in Afrika ten zuiden van de Sahara, met een geschat jaarlijks aantal sterfgevallen van meer dan 1 miljoen. Twee derde van de resterende last treft zes landen: Brazilië, Colombia, India, Salomonseilanden, Sri Lanka en Vietnam. In vele delen houdt de natuurlijke habitat de overdracht van malaria in stand; in andere heeft de ontwikkeling van de watervoorraden (irrigatie, dammen, stedelijke watervoorziening) de overdrachtsintensiteit verergerd en de verspreiding van de ziekte doen toenemen. In weer andere, bijvoorbeeld de Centraal-Aziatische republieken van het GOS, is malaria teruggekeerd als gevolg van een storing in het waterbeheer en onderhoudsproblemen van plaatselijke irrigatiesystemen.
Interventies
De strategie van de WHO voor de beheersing van malaria, die de basis vormt van het Roll Back Malaria-initiatief, onderscheidt vier hoofdinterventies:
- Vermindering van het sterftecijfer, vooral onder kinderen, door vroegtijdige opsporing van ziektegevallen en snelle behandeling met doeltreffende anti-malariamedicijnen
- Bevordering van het gebruik van met insecticide behandelde muskietennetten, vooral door kinderen en zwangere vrouwen
- Preventie van malaria tijdens de zwangerschap door toepassing van intermitterende preventieve therapie
- Zorgen voor vroegtijdige opsporing en beheersing van malaria-epidemieën, vooral in noodsituaties.
Waar nodig worden landen en gemeenschappen aangemoedigd om broedplaatsen van muggen te verminderen door het opvullen en draineren van watermassa’s en door andere programma’s voor milieubeheer.
Opgesteld voor Wereldwaterdag 2001. Beoordeeld door personeel en deskundigen van het cluster Overdraagbare ziekten (CDS) en de eenheid Water, sanitaire voorzieningen en gezondheid (WSH) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), Genève.