Het is nog niet precies bekend waardoor de meeste eierstokkankers worden veroorzaakt, maar, zoals besproken in Risicofactoren voor eierstokkanker, kennen we wel enkele factoren die de kans van een vrouw om epitheliale eierstokkanker te ontwikkelen, vergroten. Over risicofactoren voor stromale tumoren en kiemceltumoren van de eierstokken is veel minder bekend.
De meest recente en belangrijke bevinding over de oorzaak van eierstokkanker is dat deze begint in de cellen aan de uiteinden van de eileiders en niet noodzakelijk in de eierstok zelf. Deze recente informatie kan leiden tot verder onderzoek naar preventie en opsporing van dit type kanker.
Er zijn veel theorieën over de oorzaken van eierstokkanker. Sommige van deze theorieën komen voort uit onderzoek naar factoren die het risico op eierstokkanker veranderen. Zwangerschap en anticonceptiepillen verminderen bijvoorbeeld het risico op eierstokkanker. Omdat beide het aantal keren dat de eierstok een eitje vrijgeeft (ovulatie) verminderen, geloven sommige onderzoekers dat er een verband kan zijn tussen ovulatie en het risico op eierstokkanker.
Daarnaast weten we dat eileiderverstrikking en hysterectomie het risico op eierstokkanker verminderen. Eén theorie die dit verklaart is dat sommige kankerverwekkende stoffen het lichaam kunnen binnendringen via de vagina en via de baarmoeder en de eileiders de eierstokken kunnen bereiken. Dit zou verklaren hoe het verwijderen van de baarmoeder of het blokkeren van de eileiders het risico op eierstokkanker beïnvloedt.
Een andere theorie is dat mannelijke hormonen (androgenen) eierstokkanker kunnen veroorzaken.
Genetische veranderingen gekoppeld aan eierstokkanker
Onderzoekers hebben grote vooruitgang geboekt in het begrijpen hoe bepaalde mutaties (veranderingen) in het DNA ervoor kunnen zorgen dat normale cellen kanker worden. DNA is de chemische structuur die de instructies bevat voor bijna alles wat onze cellen doen. We lijken meestal op onze ouders omdat zij de bron van ons DNA zijn. DNA beïnvloedt echter meer dan alleen onze uiterlijke verschijning. Sommige genen (de deeltjes waaruit ons DNA is opgebouwd) bevatten instructies die de precieze timing bepalen van wanneer onze cellen groeien en zich delen. Mutaties (veranderingen) in deze genen kunnen leiden tot het ontstaan van kanker.
Erfelijke genetische mutaties
Een klein deel van de eierstokkankers komt voor bij vrouwen met erfelijke mutaties die in verband worden gebracht met een verhoogd risico op eierstokkanker. Het gaat onder meer om mutaties in de BRCA1- of BRCA2-genen, alsook om genen die verband houden met andere familiale kankersyndromen die verband houden met een verhoogd risico op eierstokkanker, zoals PTEN (PTEN tumorhamartoma syndroom), STK11 (Peutz-Jeghers syndroom), MUTYH (MUTYH-geassocieerde polyposis), en vele genen die erfelijke colorectale kanker zonder polyposis kunnen veroorzaken (MLH1, MLH3, MSH2, MSH6, TGFBR2, PMS1, en PMS2)
Met genetische tests kunnen mutaties worden opgespoord die met deze erfelijke syndromen in verband worden gebracht. Als u een familiegeschiedenis hebt van kankers die verband houden met deze syndromen, zoals borst- en eierstokkanker, schildklier- en eierstokkanker, en/of colorectale en endometrium (baarmoeder) kanker, kunt u uw arts vragen over genetische counseling en testen. De American Cancer Society raadt aan een gekwalificeerde professional over kankergenetica te raadplegen alvorens een genetische test te ondergaan. Voor meer informatie over dit onderwerp, zie Genetica en kanker.
Verworven genetische veranderingen
De meeste mutaties die in verband worden gebracht met eierstokkanker, in plaats van geërfd te zijn, gebeuren tijdens het leven van een vrouw, en worden verworven mutaties genoemd. Bij sommige vormen van kanker kunnen dit soort mutaties die tot de ontwikkeling van kanker leiden, het gevolg zijn van straling of kankerverwekkende chemicaliën, hoewel daarvoor bij eierstokkanker geen bewijs is. Tot dusver hebben studies geen enkele chemische stof in het milieu of in onze voeding kunnen aanwijzen die specifiek in verband wordt gebracht met het veroorzaken van mutaties die tot eierstokkanker leiden. De oorzaak van de meeste verworven mutaties is nog onbekend.
De meeste eierstokkankers hebben verschillende mutaties die verworven zijn. Uit onderzoek is gebleken dat tests om verworven mutaties in eierstokkanker te identificeren, zoals in het TP53 tumoronderdrukkingsgen of het HER2 oncogen, de prognose van een vrouw kunnen helpen voorspellen. De rol van deze tests is nog onduidelijk, en meer onderzoek is nodig.