Work Environment
Veterinairen hadden in 2012 ongeveer 70.300 banen, waarvan 74 procent in de veterinaire dienstverlening (directe dierenverzorging). De overige 26 procent werkte bij hogescholen of universiteiten, in onderzoekslaboratoria, of bij de overheid. Ongeveer 18 procent was zelfstandig ondernemer, een verdubbeling van het percentage zelfstandige dierenartsen in 2010.
Niet alle dierenartsen werken in een traditionele kliniek setting. Dierenartsen die paarden en ander vee behandelen, moeten reizen tussen hun kantoren en boerderijen of ranches. Ze werken buiten in weer en wind en moeten soms operaties uitvoeren, vaak onder onhygiënische omstandigheden. Dierenartsen die werkzaam zijn op het gebied van voedselveiligheid en -inspectie reizen ook naar boerderijen, of zelfs naar slachthuizen en voedselverwerkende bedrijven. Sommige dierenartsen kiezen ervoor om onderzoek te doen en werken in een laboratorium of op kantoor. Deze dierenartsen brengen weinig tijd door met het werken met dieren.
Het werk van dierenartsen kan soms emotioneel stressvol zijn, omdat ze te maken hebben met zieke dieren en angstige eigenaren. De werkplek kan ook lawaaierig worden door zieke of verontruste dieren. Bij het werken met dieren die bang zijn of pijn hebben, lopen dierenartsen het risico gebeten, geschopt of gekrabd te worden.
Werkrooster
Veterinairen werken vaak lange en onregelmatige uren. Sommigen werken ’s nachts of in het weekend, en ze kunnen op elk moment op noodgevallen moeten reageren. Ongeveer 1 op de 3 dierenartsen werkte meer dan 50 uur per week in 2012.