Zie ook spanning, weerstand, en de wet van Ohm.
Stroom is een stroom van elektrische ladingsdragers, meestal elektronen of elektron-deficiënte atomen. Het gangbare symbool voor stroom is de hoofdletter I. De standaardeenheid is de ampère, gesymboliseerd door A. Eén ampère stroom staat voor één coulomb elektrische lading (6,24 x 1018 ladingsdragers) die in één seconde langs een bepaald punt beweegt. Natuurkundigen beschouwen stroom als stromend van relatief positieve punten naar relatief negatieve punten; dit wordt conventionele stroom of Franklin-stroom genoemd. Elektronen, de meest voorkomende ladingsdragers, zijn negatief geladen. Zij stromen van relatief negatieve punten naar relatief positieve punten.
Elektrische stroom kan zowel gelijk- als wisselstroom zijn. Gelijkstroom (DC) stroomt op alle tijdstippen in dezelfde richting, hoewel de ogenblikkelijke grootte van de stroom kan variëren. Bij wisselstroom (AC) keert de stroom van ladingsdragers periodiek van richting. Het aantal volledige wisselstroomcycli per seconde is de frequentie, die wordt gemeten in hertz. Een voorbeeld van zuivere gelijkstroom is de stroom die door een elektrochemische cel wordt geproduceerd. De uitgang van een gelijkrichter van een voeding, vóór filtering, is een voorbeeld van pulserende gelijkstroom. De uitgang van gewone stopcontacten is wisselstroom.
De stroom per eenheid van doorsnede staat bekend als de stroomdichtheid. Zij wordt uitgedrukt in ampère per vierkante meter, ampère per vierkante centimeter, of ampère per vierkante millimeter. De stroomdichtheid kan ook worden uitgedrukt in ampère per cirkelvormige millimeter. In het algemeen geldt: hoe groter de stroom in een geleider, hoe hoger de stroomdichtheid. In sommige situaties varieert de stroomdichtheid echter in verschillende delen van een elektrische geleider. Een klassiek voorbeeld is het zogenaamde skineffect, waarbij de stroomdichtheid hoog is aan de buitenzijde van een geleider, en laag in het midden. Dit effect treedt op bij wisselstromen met hoge frequenties. Een ander voorbeeld is de stroom in een actieve elektronische component zoals een veldeffecttransistor (FET).
Een elektrische stroom veroorzaakt altijd een magnetisch veld. Hoe sterker de stroom, des te intenser het magnetisch veld. Een pulserende gelijkstroom, of een wisselstroom, produceert karakteristiek een elektromagnetisch veld. Dit is het principe volgens hetwelk draadloze signaalverspreiding plaatsvindt.