Salat
Salat is het verplichte moslimgebed, dat vijf keer per dag door moslims wordt verricht. Het is de tweede pijler van de Islam.
God beval de moslims op vijf vaste tijden van de dag te bidden:
- Salat al-fajr: de dageraad, vóór zonsopgang
- Salat al-zuhr: de middag, nadat de zon haar hoogste punt heeft bereikt
- Salat al-‘asr: Het late deel van de middag
- Salat al-maghrib: vlak na zonsondergang
- Salat al-‘isha: tussen zonsondergang en middernacht
Alle moslims proberen dit te doen. Moslimkinderen vanaf zeven jaar worden aangemoedigd om te bidden.
Het gebed bepaalt het ritme van de dag
Dit gebedsrooster geeft moslims het patroon van hun dag.
In islamitische landen bepaalt de openbare oproep tot het gebed vanuit de moskeeën het ritme van de dag voor de gehele bevolking, ook voor niet-moslims.
Een universeel islamitisch ritueel
Het gebedsritueel, dat meer dan 1400 jaar oud is, wordt vijf keer per dag herhaald door honderden miljoenen mensen over de hele wereld.
Het uitvoeren ervan is niet alleen zeer spiritueel, maar verbindt elke moslim met alle anderen over de hele wereld, en met allen die dezelfde woorden hebben uitgesproken en dezelfde bewegingen hebben gemaakt op verschillende tijdstippen in de islamitische geschiedenis.
Gebeden van lichaam, geest en ziel
De gezette gebeden zijn niet slechts zinnen die uitgesproken moeten worden.
Het gebed voor een moslim behelst het verenigen van geest, ziel en lichaam in aanbidding; dus zal een moslim die deze gebeden uitvoert een hele reeks gezette bewegingen uitvoeren die horen bij de woorden van het gebed.
Moslims zorgen ervoor dat zij in de juiste gemoedstoestand zijn voordat zij bidden; zij zetten alle dagelijkse zorgen en gedachten opzij, zodat zij zich uitsluitend op God kunnen concentreren.
Als een moslim bidt zonder de juiste gemoedstoestand, is het alsof zij helemaal niet de moeite hebben genomen om te bidden.
Wee degenen die bidden, maar hun gebed niet in acht nemen, of die alleen bidden om door de mensen gezien te worden
Qur’an 107:4-6
Moslims bidden niet voor het welzijn van God
Moslims bidden niet voor het welzijn van Allah.
Allah heeft geen behoefte aan menselijke gebeden, omdat hij helemaal geen behoeften heeft.
Moslims bidden omdat God hun heeft gezegd dat zij dit moeten doen, en omdat zij geloven dat zij hier groot voordeel mee behalen.
Moslims bidden rechtstreeks tot God
Een moslim bidt alsof hij in de tegenwoordigheid van Allah staat.
In de rituele gebeden staat iedere individuele moslim in direct contact met Allah. Er is geen behoefte aan een priester als tussenpersoon. (Hoewel er een gebedsleider in de moskee is – de imam – is deze geen priester, maar gewoon een persoon die veel van de islam weet.)
Bidden in de moskee
Moslims kunnen overal bidden, maar het is vooral goed om met anderen in een moskee te bidden.
Het samen bidden in een gemeente helpt moslims te beseffen dat de gehele mensheid één is, en allen gelijk zijn in de ogen van Allah.
Rituele wassing
Moslims moeten rein zijn voordat zij bidden. Zij zorgen hiervoor door het uitvoeren van rituele wassing, genaamd wudhu. Moskeeën hebben wasgelegenheden.