Latere jaren
In het begin van de jaren negentig werkte Jones aan een enorm, doorlopend project, “The Evolution of Black Music,” waarvoor hij al jaren materiaal aan het verzamelen was. Hij was ook terug op televisie; de Quincy Jones Entertainment Company produceerde de National Broadcasting Company (NBC) komedie Fresh Prince of Bel-Air en als wekelijkse talkshow gehost door Jones’ vriend de Eerwaarde Jesse Jackson (1941-). Jones werkte ook aan een filmbiografie van de zwarte Russische dichter Alexander Poesjkin (1799-1837). Quincy Jones Broadcasting en Time Warner kochten een televisiestation in New Orleans, Louisiana, WNOL, waarop Jones toezicht zou gaan houden.
Quincy Jones is drie keer getrouwd en gescheiden, en zijn zes kinderen hebben pas onlangs tijd kunnen doorbrengen met hun vader en hem leren kennen. De documentaire Listen Up: The Lives of Quincy Jones bevat scènes waarin Quincy zijn moeilijke jeugd, zijn geesteszieke moeder en zijn gespannen verleden met zijn kinderen bespreekt. De film bevat ook interviews met Frank Sinatra, Michael Jackson, en anderen die Jones beschrijven als een harde werker met een creatieve genialiteit die het populaire entertainment sinds 1950 heeft beïnvloed. In 1993 begon Jones het tijdschrift Vibe, een goed ontvangen Afro-Amerikaans muziektijdschrift. In 1995 bracht hij Q’s Jook Joint uit, met de talenten van veel van zijn vrienden, zoals Ray Charles en Stevie Wonder (1950-). Het album was een viering van zijn vijftig jaar in de muziekindustrie.
In mei 2000 werd de Quincy Jones Professorship of African American Music ingesteld aan de Harvard University in Massachusetts. In januari 2001 ontving Jones de eerste Ted Arison Award van de National Foundation for Advancement in the Arts, genoemd naar de man die de organisatie oprichtte. Later dat jaar leverde Jones een bijdrage aan de soundtrack van Ocean’s Eleven, publiceerde hij Q: The Autobiography of Quincy Jones, het verhaal van zijn leven, en ontving hij een Kennedy Center Honor in Washington, D.C. In februari 2002 won Q: The Autobiography of Quincy Jones een Grammy in de categorie beste gesproken woord-album.