Pine
Arkansas wees in 1939 de dennenboom aan als officiële staatsboom, als erkenning voor de dennenhouthulpbronnen en herbebossingsinspanningen van de staat. Er zijn vier inheemse soorten dennen in Arkansas: shortleaf pine, loblolly pine, longleaf pine, en slash pine (loblolly en shortleaf komen het meest voor). Veel telefoonpalen waren ooit loblolly dennen.
Van Arkansas.gov: De den werd door de Algemene Vergadering van Arkansas in 1939 aangenomen als de Arkansas State Tree. De loblolly en shortleaf pine zijn variëteiten van de zuidelijke gele den die in onze staat voorkomen. Beide variëteiten kunnen wel 100 voet hoog worden en zijn te vinden in onze twee Nationale Bossen, het Ouachita National Forest en het Ozark St. Francis National Forest.
Vóór de Europees-Amerikaanse vestiging was bijna heel Arkansas bebost met een opmerkelijke diversiteit. De houtkap was aanvankelijk kleinschalig, maar aan het eind van de 19e eeuw kreeg men via de spoorwegen massaal toegang tot externe markten en verliet Arkansas hout de staat in een snel tempo. Tegen 1930 waren veel gebieden “uitgelogd”. Sindsdien hebben echter sterke markten en verbeterde bosbouwtechnieken bijgedragen aan het herstel van de dennenbossen. Een evaluatie in 2005 toonde aan dat er meer dan 5 miljoen hectare dennenbos (zowel loblolly als shortleaf) en gemengde dennenbossen in Arkansas zijn.