De Philips Onderneming werd in 1891 opgericht door Gerard Philips en zijn vader Frederik. Het bedrijf begon in 1892 met de productie van kooldraadlampen en andere elektrotechnische producten. De volgende eeuw werd gekenmerkt door een reeks werkelijk innovatieve producten, waaronder de eerste audiocassette, de eerste combinatie van draagbare radio en cassetterecorder, die op de markt werd gebracht als de “radiorecorder” en nu beter bekend is als de boombox, de eerste videocassetterecorder voor thuisgebruik, de eerste LaserDisc en laten we vooral de Compact Disc (gelanceerd met Sony) in 1982 niet vergeten. Ondanks die indrukwekkende overvloed aan innovaties slaagde het bedrijf er niet in om echt munt te slaan uit zijn creativiteit en uiteindelijk namen andere merken de meeste van die markten over.
Bij de eeuwwisseling van de 21e eeuw bevond Philips zijn merk op een kruispunt. Zijn enorme, opgeblazen en onsamenhangende portfolio van technologieën en producten was een bron van verwarring en onoverzichtelijkheid, omdat het nooit was ontworpen om een sterk, samenhangend merk op te bouwen. Elke productdivisie had zijn eigen naam, identiteit, marketingstrategie en communicatieprogramma’s. Geen enkele daarvan was ontworpen met het Philips-merk in gedachten en droeg dus nooit bij aan dat merk. Om dit probleem te verhelpen, lanceerde de onderneming in 1995 de campagne “Let’s make things better”. De woorden “Let’s make things better” omhelsden een dualiteit: een verlangen om betere dingen te maken door innovaties en producten zodat mensen zullen zeggen “dat wil ik kopen”; en ook een verbintenis van de hele Philips-organisatie om dingen beter te blijven maken en het leven van mensen positief te beïnvloeden. Ik ben het eens met de tweede betekenis, maar niet met de eerste. En in alle eerlijkheid, Philips was al een decennium verwijderd van zijn laatste echte innovatieve lancering.