In het verleden werd een Pap-test voor het opsporen van baarmoederhalskanker aanbevolen voor meisjes nadat zij 3 jaar seksueel actief waren geweest, of op 21-jarige leeftijd, afhankelijk van wat het eerst werd bereikt. Maar het American College of Obstetricians and Gynecologists en de American Cancer Society bevelen nu aan dat alle vrouwen hun eerste screening op 21-jarige leeftijd ondergaan, ongeacht wanneer de seksuele activiteit begint.
Seksueel actieve adolescenten lopen een hoog risico op infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Dit is het virus dat de meeste gevallen van baarmoederhalskanker veroorzaakt, evenals andere soorten kanker. Maar onderzoek heeft aangetoond dat hun lichaam in staat is om het virus binnen 1 tot 2 jaar te verwijderen. Ook al kunnen tienermeisjes precancereuze baarmoederhalsbeschadigingen hebben als gevolg van HPV, deze gaan meestal vanzelf over.
Door een eerste Pap-test uit te stellen tot de leeftijd van 21 jaar, kunnen tienermeisjes onnodige invasieve procedures vermijden om HPV-precancers te behandelen. Vrouwen tussen 21 en 29 jaar moeten elke 3 jaar een Pap-test ondergaan, volgens het American College of Obstetricians and Gynecologists en de American Cancer Society. Praat met een zorgverlener over het schema dat voor u het beste is.
Het wordt aanbevolen dat tieners de HPV-vaccinatie krijgen. Dit vaccin is zeer effectief in het beschermen van mannen en vrouwen tegen de types HPV die kanker kunnen veroorzaken. Het vaccin moet worden gegeven voordat een tiener seksueel actief is geworden.