Een arts kan de uitdrukking “borderline lupus” gebruiken wanneer de symptomen of de resultaten van bloedonderzoek wijzen op lupus, maar er niet genoeg informatie is voor een definitieve diagnose. Dit komt vaak voor omdat sommige bloedtesten die gebruikt worden om lupus te beoordelen, zoals het antinucleaire antilichaam (ANA), positief kunnen terugkomen bij mensen zonder lupus. Bovendien kunnen sommige symptomen van lupus, zoals gewrichtspijn, door verschillende oorzaken optreden en zijn ze dus niet specifiek voor lupus. Artsen moeten daarom kijken naar een combinatie van criteria uit het bloedonderzoek, de medische voorgeschiedenis en het lichamelijk onderzoek om een nauwkeurige diagnose te stellen.
De meest gebruikte diagnostische criteria zijn opgesteld door het American College of Rheumatology. Als een persoon voldoet aan 4 of meer van de 11 criteria, dan is een diagnose van lupus waarschijnlijk. Als een persoon aan minder dan het vereiste aantal voldoet, kan een arts een term gebruiken zoals “borderline lupus”, “incomplete lupus” of “ongedifferentieerde” ziekte. Wanneer dit gebeurt, is het belangrijk om uw arts te blijven volgen voor controle.
Studies suggereren dat een klein percentage van mensen in deze “borderline” -groep aanvullende symptomen of bloedonderzoeken gaat ontwikkelen en uiteindelijk wordt gediagnosticeerd met lupus of een verwante aandoening. Deze progressie vindt meestal plaats binnen de eerste vijf jaar. De meeste mensen ontwikkelen echter nooit aanvullende criteria.