Alpaca’s
Origins &Geschiedenis van de Alpaca en de Lama
Alpaca’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en worden gefokt uit de wilde Vicuna, die nu een zeldzame en beschermde diersoort is. De lama wordt gefokt uit de wilde Guanaco, die in heel Zuid-Amerika nog vrij algemeen is. Zij behoren beide tot de familie der kameelachtigen, waartoe ook de Aziatische kameel behoort. De alpaca, die al 9000 jaar gedomesticeerd is, heeft een belangrijke rol gespeeld in het voortbestaan en de economie van het Andesvolk in Zuid-Amerika. De waarde van de alpaca en de lama werd reeds in de 14e eeuw erkend, toen de Inca’s in Zuid-Amerika alpaca’s en lama’s gebruikten voor voedsel, brandstof, kleding, vervoer en religieuze ceremonies. Alpaca’s werden zo belangrijk geacht voor het voortbestaan van de inheemse bevolking dat zij streng werden gecontroleerd door de regering en de Inca-koningshuizen.
Alpaca’s en lama’s bloeiden in deze periode met aantallen die opliepen tot 50 miljoen dieren. Het verval van de alpaca’s begon in 1532 toen de Spanjaarden Zuid-Amerika binnenvielen en de alpaca’s in de richting van de Andes werden geduwd – 98% van de alpaca populatie werd gedood door de Spaanse indringers. Lama’s en alpaca’s bleven over om met elkaar te kruisen en veranderden van een enkelharig dier in het tweekleurige dier van vandaag. De fokprogramma’s van vandaag zijn erop gericht de kwaliteit van de alpaca en de lama te verbeteren door niet vooruit te fokken maar terug te gaan naar waar het zo’n 500 jaar geleden was, vóór de Spaanse verovering.