Er zijn veel mensen die alleen in staat zijn tot het vormen van onzekere gehechtheid. In basistermen is onzekere gehechtheid een relatiestijl waarbij de band besmet is door angst. Dit uit zich vooral in terughoudendheid in de relatie en andere gemengde emoties, zoals afhankelijkheid en afwijzing.
De meeste psychologen geloven dat onzekere gehechtheid in de vroege kindertijd wordt gevormd. Het wordt gezien als een gevolg van de relaties die we ontwikkelen met de mensen die we vertrouwen in onze kindertijd. Deze eerste paar banden vormen de basis van het soort relaties dat we later in het leven vormen.
“Het leven gaat niet over jezelf vinden. Het gaat erom jezelf te scheppen.”
-George Bernard Shaw-
Wanneer een kind een veilige hechting ontwikkelt, doet het zich voor als een gezonde band. Met andere woorden, ze leren het beste van de ander te verwachten en geloven dat die een goed hart heeft. Bij mensen met een onveilige gehechtheid, echter, is de verwachting het tegenovergestelde. Zij verwachten dat de andere persoon hen in de steek zal laten of hen op de een of andere manier zal schaden. Deze hechtingsstijl neemt drie verschillende vormen aan: gedesorganiseerd/gedesoriënteerd, angstig-ambivalent, en angstig-vermijdend.
De 3 soorten onzekere gehechtheid
gedesorganiseerde/gedesoriënteerde gehechtheid
Gedesesorganiseerde gehechtheid is een band die typisch is voor mensen die in hun jeugd misbruik hebben meegemaakt. Het komt vaak voor dat ze alleen en zonder steun zijn gelaten op momenten van nood, en dat hun verzorgers fysieke straf hebben gebruikt om hen te intimideren. Het komt ook vaak voor dat hun verzorgers een ambivalente houding ten opzichte van hen hadden. Deze mensen wisten nooit wat ze konden verwachten van de mensen die verondersteld werden hen te beschermen. Soms waren ze aanhankelijk, en soms werden ze plotseling agressief of nalatig, en ze wisten niet waarom.
Mensen die zulke ouders hadden, hebben de neiging hetzelfde gedragspatroon als volwassenen te herhalen. Ze zijn niet in staat consistentie te handhaven tussen de acties die ze uitvoeren en de gedachten en emoties die zich manifesteren. Ze gaan van onderdanigheid naar agressie, of van nabijheid naar afstand, met verontrustend gemak. Zelfs zij begrijpen niet wat er met hen gebeurt.
Als hun relatie met anderen of met iemand in het bijzonder een bron van angst is, is het gebruikelijk voor deze mensen om op een onverwachte manier te reageren – ze koppelen zich emotioneel los en beginnen zich als een robot te gedragen. Maar dit zal hen niet helpen om met hun angst om te gaan.
Anxious-ambivalente gehechtheid
Het belangrijkste kenmerk van anxious-ambivalente gehechtheid zijn intense tegenstellingen in de relatie. Zoals in alle gevallen van onzekere gehechtheid, is de wortel van deze hechtingsstijl het hebben van tegenstrijdige ouders. Ze wisten als kind nooit wat ze konden verwachten.
Wanneer dit type kinderen volwassen worden, vertonen ze een zeer sterke behoefte aan nabijheid en genegenheid. Hun relaties met andere mensen zijn zeer intens. Ze tonen afhankelijkheid, een behoefte aan goedkeuring, en overgevoeligheid voor afwijzing.
Wanneer ze een relatie aangaan, is het moeilijk voor hen om te stoppen met vermoeden dat er iets mis zal gaan. Ze richten zich te veel op hun relatieproblemen en niet op de positieve aspecten. Al hun relaties geven hen angst, wat leidt tot escapistisch en vermijdend gedrag, zoals middelengebruik en zelfbeschadiging.
Anxious-avoidant attachment
In anxious-avoidant attachment is het meest prominente kenmerk de moeilijkheid om hechte relaties aan te gaan, wat resulteert in diepe emotionele pijn. Deze mensen hebben de neiging om valse autonomie te ontwikkelen. Ze zijn onafhankelijk, maar tegelijkertijd raken ze in een staat van extreme angst als ze het gevoel hebben dat iemand emotioneel dichtbij hen komt.
Het is erg moeilijk voor hen om hun eigen emoties te herkennen. Soms zeggen ze dat ze in iets geïnteresseerd zijn, maar uit hun houding blijkt terughoudendheid. Of soms is het omgekeerd – ze geven aan dat ze niet geïnteresseerd zijn in iemand of iets, maar uit hun gedrag blijkt het tegendeel. Ze doen dit niet expres, ze hebben gewoon moeite om hun emoties te identificeren.
Generaliseerd hebben mensen met een angstig-vermijdende gehechtheid een opvoeding gehad die werd gekenmerkt door emotioneel afstandelijke verzorgers. Ze kregen geen steun van hun verzorgers toen ze die nodig hadden. Het is gebruikelijk voor deze ouders om hun gedrag te rechtvaardigen met het idee dat hun afstand het kind zal stimuleren om verantwoordelijk te zijn, of iets dergelijks. Maar de waarheid is dat als mensen zo opgroeien, ze leren om anderen niet te vertrouwen. Ze denken niet dat iemand hen kan steunen of helpen.
Al deze vormen van onzekere gehechtheid wijzen op beperkingen later in het leven, vooral emotioneel. Maar het is mogelijk om relatiepatronen te veranderen door bewustwording van het eigen gedrag, de oorzaken en de gevolgen. Op die manier kunnen deze mensen hun gehechtheidsproblemen overwinnen en een meer bevredigend emotioneel leven leiden.