De Blackwood Acacia — Acacia melanoxylon
Native to Australia’s wet east and southeast coasts, the Blackwood Acacia is a fast-growing, relatively short-life (20 to 50 years) species. Hij wordt beschouwd als invasief in vele gebieden van de wereld, met inbegrip van Hawaii. Hij werd hier gebruikt voor een snelle struik- of boombedekking, maar de California Invasive Plant Inventory vermeldt hem nu als invasief-beperkt, wat ofwel betekent dat hij een plaatselijk significant maar geen staatsbreed probleem vormt, ofwel dat er nog te weinig over bekend is.
De boom wordt in Australië gewaardeerd om zijn decoratieve kernhout, dat wordt gebruikt voor hout, biervaten en muziekinstrumenten. De soort wordt ingedeeld in de Fabaceae of peulvruchtenfamilie, waarvan de leden atmosferische stikstof vastleggen voor intern gebruik, dankzij rhizobia-bacteriën die in knobbeltjes op de wortels van de plant leven. Zonder de bacteriën zijn peulvruchten niet in staat stikstof uit de lucht om te zetten.
De Blackwood Acacia groeit snel en agressief tot een dichte 40 voet hoge bij 20 brede groenblijvende boom, waarvan de takken vaak broos zijn. De schors is donkergrijs en gegroefd. De bladeren op jong hout beginnen vederachtig, fijn verdeeld, met kleine blaadjes, maar uiteindelijk schakelt de boom over op donkergroene, 2 tot 4-inch lange, elliptische, afgeplatte bladstelen met parallelle nerven die eruit zien en zich gedragen als bladeren. Overvloedig strooisel is gebruikelijk. In het voorjaar bloeien kleine crèmekleurige tot witte kogelvormige bloemen in trossen bijeen. Ze ontwikkelen zich tot roodbruine vruchtdozen die glanzende, kleine, zwarte zaden bevatten.
De acacia Blackwood heeft een brede bodem- en klimaattolerantie, ook aan zee, maar hij geeft de voorkeur aan volle zon en koelere, nattere plaatsen. Hij houdt van het klimaat in de San Francisco Bay Area. De boom is droogtetolerant en winterhard tot 15 à 20 graden Fahrenheit. De wortels zijn even agressief als die van de soort en kunnen trottoirs optillen, maar het wortelstelsel is ondiep.
Aboriginianen drenken hun reumatische gewrichten in een aftreksel van geroosterde schors, dat ook een effectief visgif is. Gezien zijn negatieve eigenschappen moet het duidelijk zijn dat een beschrijving van deze boom, of wat dat betreft eender welke boom van de week, geen goedkeuring inhoudt om te planten. In plaats daarvan wordt hij aangeboden als een middel om meer te weten te komen over de bestaande bomen die deel uitmaken van het fascinerende stedelijke bos dat ons in het Zuidland omringt.
— Pieter Severynen