Lijst van M-Codes

Spiloriëntatie wordt vaker binnen cycli (automatisch) of tijdens setup (handmatig) opgeroepen, maar is ook beschikbaar onder programma controle via M19. De afkorting OSS (oriented spindle stop) kan worden gezien als verwijzing naar een georiënteerde stop binnen cycli.De relevantie van spiloriëntatie is toegenomen naarmate de technologie voortschreed. Hoewel vier- en vijfassig contourfrezen en CNC-enkelpuntbewerkingen al tientallen jaren afhankelijk zijn van spindelpositie-encoders, was het vóór de komst van live gereedschap en draai-/freessystemen zelden relevant voor de bediener (in tegenstelling tot de machine) om de hoekoriëntatie van een spindel te kennen, behalve binnen een paar beperkte contexten (zoals gereedschapswissel of G76-cycli voor fijnkotteren met gechoreografeerde terugtrekking van het gereedschap). Het frezen van rond een gedraaid werkstuk geïndexeerde elementen gebeurde meestal met aparte bewerkingen op indexeerkoppen; in zekere zin werden indexeerkoppen uitgevonden als aparte apparatuur, te gebruiken in aparte bewerkingen, die een nauwkeurige spiloriëntatie konden bieden in een wereld waarin die anders meestal niet bestond (en ook niet hoefde te bestaan). Maar naarmate CAD/CAM en CNC-bewerkingen met meerdere assen de norm worden, zelfs voor “gewone” (niet-“speciale”) toepassingen, is het voor verspaners nu vaak van belang om zo ongeveer elke spil nauwkeurig 360° te laten doorlopen.