Leverkanker is vaak moeilijk in een vroeg stadium te ontdekken, omdat de tekenen en symptomen vaak pas in een verder gevorderd stadium van de ziekte zichtbaar worden. Kleine levertumoren zijn bij lichamelijk onderzoek moeilijk op te sporen, omdat de rechterribben het grootste deel van de lever bedekken. Tegen de tijd dat een tumor kan worden gevoeld, kan deze al vrij groot zijn.
Er is momenteel geen screeningtest voor leverkanker die kan worden aanbevolen voor iedereen met een gemiddeld risico. (Screeningtests worden gedaan om kanker op te sporen bij mensen die geen symptomen of voorgeschiedenis van kanker hebben). ) Testen kan echter worden aanbevolen voor sommige mensen met een hoger risico.
Testen voor mensen met een hoog risico op leverkanker
Veel patiënten met leverkanker hebben al lange tijd cirrose (littekenweefselvorming veroorzaakt door beschadiging van de lever). Artsen kunnen op leverkanker testen als een patiënt met cirrose zonder duidelijke reden verslechtert.
Voor mensen met een hoger risico op leverkanker omdat ze cirrose hebben (door welke oorzaak dan ook), erfelijke hemochromatose of chronische hepatitis B-infecties (zelfs zonder cirrose), raden sommige deskundigen aan om leverkanker elke 6 maanden te screenen met alfa-foetoproteïne (AFP)-bloedtests en echoscopieën. In sommige studies werd screening in verband gebracht met een betere overleving van leverkanker.
AFP is een eiwit dat in het bloed van leverkankerpatiënten kan worden gemeten. Het testen op hoge AFP-niveaus voor leverkanker is echter niet onfeilbaar, aangezien veel patiënten met leverkanker in een vroeg stadium normale AFP-niveaus hebben. Bovendien kan het AFP-niveau verhoogd zijn ten gevolge van andere soorten kanker, alsook van sommige niet-kankerachtige aandoeningen.