Tot het modeljaar 1986, toen de Noord-Amerikaanse Toyota Celica overging op voorwielaandrijving en op hetzelfde platform als de T150 Corona, kenden we de Celica als een betaalbare, sportief ogende machine met dezelfde basisindeling R-motor/achterwielaandrijving als de stoere Hilux pick-up. In regio’s die niet veel te lijden hebben onder de tanden van het roestmonster, zijn sommige late RWD Celica’s lang genoeg in dienst gebleven om te blijven opduiken op de grote autokerkhoven die ik verken. Hier is een ’83 notchback coupe die nauwelijks zes cijfers op de teller bereikt, gefotografeerd in een San Francisco Bay Area self-serve werf afgelopen herfst.
Je zult niet veel 1980s Toyota’s zien met kilometerstanden zo laag tegenwoordig. Ik vermoed ofwel een gebroken snelheidsmeterkabel ofwel een auto die 25 jaar geleden kapot is gegaan en in de opslag is blijven staan tot die laatste sleeprit.
Een of andere gelukkige sloper – waarschijnlijk een Hilux-eigenaar – scoorde de 22R-EC-motor met lage kilometerstand voordat ik arriveerde. Dat is de Californische versie van de onverwoestbare (op straat, niet op het racecircuit) 2,4-liter 22R-motor van de wereldwijde faam van conflicten bij lage intensiteit. In 1983 had deze motor een vermogen van 105 pk – behoorlijk goed spul voor een jaar waarin het basismodel Chevy Camaro werd geleverd met een nachtmerrie-achtige tractor-grade 2,4-liter Iron Duke die slechts 92 paarden produceerde.
Deze auto zou echter niet veel leuker zijn geweest om te rijden dan de Duked Camaro, omdat hij een geluk-ondermijnende automatische transmissie heeft. Daar staat tegenover dat een Celica met 22R-motor ongeveer even betrouwbaar was als alle andere auto’s die Amerikanen in 1983 konden kopen.
De GT was dat jaar niet sneller dan de gewone Celica, maar hij zag er wel cooler uit.
Geen roest te bekennen en de carrosserie ziet er redelijk recht uit. De Celica’s van 1982-1985 lijken niet erg populair te zijn, en ze hebben te maken met de strenge emissietests in Californië (auto’s van 1975 en eerder zijn vrijgesteld van smog in de Golden State), dus zelfs een auto met een kleine oplegger als deze had niet veel kans om gered te worden voordat hij op de schroothoop terechtkwam.
Terwijl Citroën erin slaagde de Grace Jones van vlees en bloed te krijgen voor hun TV-spots, moest Toyota genoegen nemen met wat een kartonnen uitsnede lijkt te zijn van de Nightclubbing album-cover fotosessies voor deze JDM Celica reclame. Het shot met de sigaret in de buitenspiegel werkt hier goed.
Japanse autokopers kregen ook deze rally Celica reclame, vol met gierende motoren. World Super Sports Machine!
Aan deze kant van de Stille Oceaan hebben we Paul Williams en Dan Gurney die de Celica GT-S Fastback aanprijzen. U kent Paul Williams misschien het best als “Little Enos” in Smokey and the Bandit.
Het lijkt erop dat Toyota USA de Celica Fastback veel harder heeft gepromoot dan de Coupe in 1983.