Patrick McGilligan doet goed werk met het onderzoeken van Nicholson’s vroege carrière, zijn werk van de late jaren vijftig tot de vroege jaren zeventig wordt met inzicht en detail besproken. De eerste hoofdstukken laten een jonge man zien die op zoek is naar zijn rol in een industrie waar hij wanhopig deel van uit wilde maken; en McGilligan concentreert zich op Nicholson’s poging om een rol voor zichzelf te creëren in Hollywood. Je krijgt absoluut het gevoel dat McGilligan veel meer toegang had tot de mensen in Jacks leven uit deze periode.
Maar naarmate Nicholson beroemder wordt, lijkt McGilligans werk aan scherpte in te boeten, en naarmate Nicholson omzichtiger wordt in de omgang met de media, lijken McGilligans bronnen van informatie op te drogen. Het schrijven van een biografie over een levende persoon zonder op de een of andere manier toegang tot hem te hebben, zal er altijd toe leiden dat een biografie een afstand heeft die alleen de beste schrijvers kunnen overwinnen. McGilligan slaagt er niet in dit tekort te overwinnen en het boek wordt vervelend naarmate het vordert met herhaalde vermeldingen van Nicholson’s minder dan gewone vormingsjaren als kind van een vrouw van wie hij opgroeide in de veronderstelling dat zij zijn zuster was en de vermoedelijke invloed daarvan op zijn werk en relaties. McGilligan concentreert zich hierop omdat hij op de een of andere manier probeert een psychoanalytisch begrip van Nicholson te krijgen en het boek verzandt onder het gewicht van deze voortdurende terzijdes. Tegen de tijd dat het boek in 1992 zijn einde bereikt, was ik grondig verveeld met McGilligan’s kijk op wat eigenlijk een interessant leven had moeten blijken te zijn.