Game theory – definition
Game theory werd voor het eerst toegepast op de economie door de in Hongarije geboren wiskundige en econoom John von Neumann (1903-1957).
Zijn meest opmerkelijke bijdragen leverde hij aan de Princeton University, waar hij samen met Oskar Morgenstern auteur was van het zeer invloedrijke en baanbrekende Theory of Games and Economic Behavior (1944) Princeton University Press.
Kort gezegd is speltheorie de studie van hoe individuen (of organisaties) strategie toepassen om een uitkomst te bereiken die in hun voordeel is – namelijk een pay-off.
Spelers, pay-offs en strategieën
Spelen hebben drie essentiële componenten – spelers, pay-offs (zoals winnen, verliezen, gelijkspelen), en strategieën. De speltheorie is toegepast op economische transacties juist omdat economische transacties alle drie componenten bevatten – spelers, waaronder consumenten en producenten, uitbetalingen, zoals het verkrijgen van meer nut (in het geval van consumenten) of het verkrijgen van meer winst, meer marktaandeel of het verminderen van het risico van verlies (in het geval van bedrijven), en strategieën, zoals het voorspellen hoe consumenten of andere bedrijven zullen reageren op besluiten die door bedrijven worden genomen.
Maximax- en maximin-strategieën
Onafhankelijkheid en onzekerheid
Wanneer de speltheorie wordt toegepast op de bedrijfseconomie, probeert zij het gedrag te verklaren van onderling afhankelijke bedrijven die onder onzekere omstandigheden opereren. Een bijzondere toepassing op de bedrijfseconomie betreft het begrijpen hoe en waarom besluiten worden genomen door oligopolisten bij het nastreven van hun doelstellingen – zoals concurreren of samenspannen, of prijs verhogen of prijs verlagen.
Speltheorie kan ook worden gebruikt door regelgevende instanties om te helpen beslissen of zij regelgeving moeten uitvaardigen, en om het waarschijnlijke effect van boetes of straffen op het gedrag van bedrijven te beoordelen.
-
Lees meer over Speltheorie
-
Prisoner’s Dilemma