In de loop der eeuwen heeft een opeenvolging van rijken – Grieks, Perzisch, Romeins, Byzantijns en tenslotte Ottomaans – over de stad Ephesus geheerst. Maar hoe vaak ze ook van eigenaar veranderde, de stad bleef een van de meest bruisende metropolen van de antieke wereld. Gelegen aan de westkust van Turkije, woonden er op haar hoogtepunt, in de tweede eeuw na Christus, bijna 300.000 mensen. Haar drukke zeehaven bracht goederen van Azië naar Griekenland, Italië en verder.
De grootste aanspraak op roem van Efeze was haar tempel voor de godin Artemis. Deze tempel, een van de zeven wereldwonderen uit de oudheid, was bijna vier keer zo groot als het Parthenon in Athene. Volgens het Nieuwe Testament preekte de apostel Paulus in Efeze, hetgeen een oproer uitlokte onder leiding van zilversmeden die heiligdommen voor de godin vervaardigden en vreesden voor zowel hun broodwinning als de toekomst van de tempel.
Vandaag de dag zijn een paar zuilen alles wat er van de tempel over is. Maar er is nog veel te zien dat herinnert aan de vroegere pracht van de stad. Een theater van drie verdiepingen, gebouwd tegen de helling van een heuvel, bood ooit plaats aan 25.000 toeschouwers. Net buiten de stad staat de kerk van Sint Jan, gebouwd in de vierde eeuw boven het vermoedelijke graf van de evangelist en zo’n 200 jaar later uitgebreid tot een basiliek.
Jodi Magness, een archeologe aan de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill die Efeze meer dan een dozijn keer heeft bezocht, zegt dat de stad “bijna als een momentopname in de tijd is. Je krijgt het gevoel hoe het was om door de straten van een Romeinse stad te lopen zonder je eigen verbeelding te hoeven gebruiken.”
Noot van de redacteur, 7 mei 2010: Een eerdere versie van dit verhaal bevatte een onjuiste foto van Efeze. De pagina is bijgewerkt