Wat is een NCV Test?
Een zenuwgeleidingssnelheidstest, ook wel zenuwgeleidingsonderzoek genoemd, meet hoe snel elektrische impulsen zich langs een zenuw verplaatsen. Het wordt vaak tegelijk met een elektromyogram gedaan, om spieraandoeningen uit te sluiten of op te sporen.
Een gezonde zenuw geleidt signalen met een grotere snelheid en kracht dan een beschadigde zenuw. De snelheid van zenuwgeleiding wordt beïnvloed door de myelineschede – de isolerende laag die de zenuw omgeeft.
De meeste neuropathieën worden veroorzaakt door schade aan het axon van de zenuw in plaats van schade aan de myelineschede die de zenuw omgeeft. De zenuwgeleidingssnelheidstest wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen echte zenuwaandoeningen (zoals de ziekte van Charcot-Marie-Tooth) en aandoeningen waarbij spieren worden aangetast door zenuwletsel (zoals carpaal tunnelsyndroom).
Doel van een NCV-test
Deze test wordt gebruikt om zenuwbeschadiging of -stoornis vast te stellen en een bepaalde diagnose te bevestigen. Het kan meestal onderscheid maken tussen schade aan de zenuwvezel (axon) en schade aan de myelineschede die de zenuw omringt, wat nuttig is voor diagnostische en therapeutische strategieën.
Hoe wordt een NCV-test gedaan?
Tijdens de test worden platte elektroden op de huid geplaatst op intervallen over de zenuw die wordt onderzocht. Een elektrische stroom van lage intensiteit wordt ingebracht om de zenuwen te stimuleren
De snelheid waarmee de resulterende elektrische impulsen door de zenuwen worden geleid, wordt bepaald wanneer beelden van de impulsen op een oscilloscoop of computerscherm worden geprojecteerd. Als de reactie veel trager is dan normaal, is er sprake van beschadiging van de myelineschede. Als de zenuw minder snel reageert op stimulatie door de stroom, maar met een relatief normale geleidingssnelheid, is er sprake van schade aan het zenuwaxon.
Doet een NCV-test pijn?
Er is over het algemeen weinig ongemak bij de test, omdat de elektrische prikkel klein is en gewoonlijk minimaal wordt gevoeld door de patiënt.