Oktober 2016 No. 42
Duim Terminologieverwarring
Judy Colditz, OT/L, CHT, FAOTA
ANATOMISCHE BESCHRIJVINGEN
Anatomische beschrijvingen zijn gebaseerd op de anatomische positie, waardoor anatomische locaties op de hand gemakkelijk te identificeren zijn als dorsaal (posterieur) en volair (anterieur), evenals radiaal (lateraal) en ulnar (mediaal). Aangezien de duim niet in hetzelfde vlak ligt als de hand, is het niet duidelijk welke termen juist zijn voor de duim. In de onderstaande illustratie kan men zien dat het dorsale apsect van de duim over het middenhandsbeentje ook correct kan worden omschreven als het radiale aspect van de hand. (Zie Figuur 1)
De anatomische beschrijvingen van de duim kunnen als volgt worden gedefinieerd:
- Dorsaal: in hetzelfde vlak als de duimnagel
- Volair: in hetzelfde vlak als de pulpa van de duim
- Ulnar: aan de kant van de duim naar de hand toe, loodrecht op het vlak van de duimnagel
- Radiaal: aan de kant van de duim van de hand af, loodrecht op het vlak van de duimnagel.
Figuur 1: Anatomische beschrijvingen van de hand verschillen van die van de duim.
BEWEGINGSTERMINOLOGIE
Het beschrijven van de beweging van de duim kan even verwarrend zijn als het beschrijven van de anatomische locaties. Yu, Chase, en Strauch leggen in de Atlas of Hand Anatomy and Clinical Implications (2004) uit hoe chirurgische en anatomische terminologie van elkaar verschillen. Zoals te zien is in Figuur 2 & 3 schematische diagrammen kan de term “adductie” in elke terminologie een zeer verschillende bewegingsrichting beschrijven.
Na de anatomische descriptoren te hebben geleerd, zou ik de volgende definities willen aanbieden om duimbewegingen te beschrijven. Het is belangrijk op te merken dat deze bewegingen de beweging van de gehele duim beschrijven en niet slechts van één gewricht.
- Adductie: Beweging van de duim in de richting van het tweede middenhandsbeentje. (Kaplan, 1984) Deze definitie omvat zowel palmaire adductie als radiale adductie. (Reid & McGrouther: 1986)
- Abductie: Beweging van de duim weg van het tweede middenhandsbeentje. (Kaplan, 1984) Deze definitie omvat zowel palmaire abductie als radiale abductie. (Reid & McGrouther: 1986)
- Flexie: Beweging van de duim loodrecht op het vlak van de duimnagel over en evenwijdig aan de handpalm
- Extensie: Beweging van de duim loodrecht op het vlak van de duimnagel, weg van de hand en evenwijdig aan de handpalm
- Oppositie: Een gecombineerde beweging van alle duimgewrichten die het vlak van de duimnagel in pronatie roteert (Imbriglia, Hagnerg & Baratz: 1996 en Bojsen-Møller: 1976).
Het is belangrijk om aan te geven of je beweging van de hele duim beschrijft of beweging van een specifiek duimgewricht. Elk van de drie duimgewrichten heeft individuele bewegingen en de twee meest proximale gewrichten hebben meerdere bewegingsvlakken.
Hoewel men zou verwachten dat alle handchirurgen de chirurgische terminologie hebben geleerd en gebruiken, heeft een informele enquête deze veronderstelling niet ondersteund. Evenzo gebruiken handtherapeuten niet consequent dezelfde terminologie als chirurgen of als andere therapeuten.
We moeten precieze terminologie aannemen die door iedereen wordt onderwezen en consequent wordt gebruikt. Een dergelijk doel zal nog lang op zich laten wachten, maar de eerste stap is het identificeren en overeenkomen van welke terminologie we zullen gebruiken met onze collega’s en onze meest frequente verwijzende bronnen.
Dank aan Patricia Rappaport MPT, CHT voor redactie en commentaar.
Figuur 2 & 3: Anatomische en chirurgische descriptoren van duimbeweging.
Download Clinical Pearl No. 42, Thumb Terminology Confusion, oktober 2016