Burt en Vicky, een koppel dat hun huwelijk probeert te redden, zijn op weg naar Californië voor een vakantie en om Vicky’s broer te bezoeken. Terwijl ze door het landelijke Nebraska rijden en ruzie maken, rijden ze per ongeluk een jongetje aan dat zijn keel is doorgesneden en op de weg is gegooid. Ze openen zijn koffer en vinden een kruisbeeld gemaakt van gedraaide maïsschillen. Ze besluiten aangifte te doen bij de politie, leggen het lijk in de kofferbak van hun auto en gaan naar de dichtstbijzijnde stad (een kleine, geïsoleerde gemeenschap genaamd Gatlin) om hulp te zoeken. Terwijl ze rijden, probeert Burt naar de radio te luisteren. Hij kan alleen een zender ontvangen met een kinderprediker die een vuur- en zwavelpreek houdt.
Als ze in Gatlin aankomen, lijkt het er verlaten bij te liggen. Zij zien nergens auto’s of mensen. Nadat ze langs een benzinestation zijn gereden en een eethuisje hebben bezocht, merken ze dat verschillende dingen (zoals benzineprijzen, menuprijzen en kalenderdata) erg verouderd zijn. Vicky, die niet van het stadje houdt, begint nerveus te worden en vraagt of ze kunnen vertrekken.
Burt besluit de kerk te verkennen nadat hij heeft gezien dat het pand is onderhouden, evenals de datum van afgelopen zondag op het bord. Als ze ruzie maken, dreigt Vicky weg te rijden en hem gestrand achter te laten. Hij steelt haar sleutels en laat haar opgesloten achter in de auto terwijl ze in paniek begint te raken. Ze smeekt hem terug te komen, maar hij negeert haar.
Binnen ontdekt Burt dat iemand de belettering van de muren heeft gescheurd en een vreemd mozaïek van Jezus achter het altaar heeft gemaakt, en ook de toetsen en registers van het pijporgel heeft uitgescheurd en de pijpen met maïsschillen heeft volgestopt. Bij het altaar vindt Burt een King James Bijbel (met verschillende bladzijden uit het Nieuwe Testament), en een grootboek waarin namen zijn genoteerd, samen met geboorte- en overlijdensdata. Terwijl hij het grootboek leest, ziet hij dat alle namen zijn veranderd van moderne in Bijbelse namen, en dat iedereen die als overleden staat vermeld op zijn 19e verjaardag is overleden. Burt realiseert zich dat 12 jaar geleden de kinderen van Gatlin de volwassenen van de stad hebben vermoord en dat de leden van hun gemeenschap niet ouder mogen worden dan hun 19e verjaardag.
Nadat hij de claxon van de auto hoort, rent Burt de kerk uit om te ontdekken dat de auto is omsingeld door een bende kinderen en tieners, gekleed in Amish-stijl kleding en gewapend met landbouwwerktuigen. Ze vernielen de ramen en de voorruit, snijden de banden lek en sleuren Vicky naar buiten. Burt probeert tussenbeide te komen, maar een roodharige tiener steekt hem in zijn arm. Burt trekt het mes eruit en steekt de jongen in de keel. De kinderen stappen geschokt achteruit. Dan realiseert Burt zich dat Vicky weg is. Als hij vraagt waar ze is, houdt een van de kinderen een mes omhoog en maakt een snijdende beweging.
De kinderen achtervolgen Burt, maar hij weet hen te ontlopen en duikt het maïsveld in om zich te verstoppen terwijl zij naar hem zoeken. Hij ziet dat er geen dieren of onkruid in het maïsveld zijn en dat elke maïsstengel smetvrij is. Als de zon ondergaat, verdwaalt Burt en dwaalt rond tot hij een cirkel van lege grond vindt in het midden van het maïsveld en Vicky’s lichaam ontdekt. Ze is met prikkeldraad aan een kruis gebonden en haar ogen zijn eruit gerukt, haar oogkassen zijn gevuld met maïszijde en haar mond is opgevuld met maïsschillen. Hij ziet ook de gekruisigde skeletten van Gatlins dominee en politiechef; de laatste draagt een blauw uniform. Als Burt zich omdraait om te vluchten, merkt hij dat elke rij in het maïsveld zich heeft gesloten, waardoor een muur is ontstaan die hem belet te ontsnappen. Hij beseft dat er iets op hem afkomt, maar voordat hij iets kan doen, wordt hij gedood door een reusachtig, groen, roodogig monster dat uit het maïsveld komt. Kort daarna verschijnt er een oogstmaan aan de hemel.
De volgende dag houden de kinderen van Gatlin (die allemaal “Hij die achter de rijen loopt” aanbidden, een entiteit die de korenvelden rondom de stad bewoont) een bijeenkomst in de cirkel. Isaac, hun 9-jarige leider, vertelt hen dat Hij Die Achter de Rijen Loopt ontevreden is met hun offer omdat ze er niet in slaagden ook Burt te doden. Hetzelfde gebeurde met de “blauwe man” en de “valse dominee” vele jaren geleden. Hij die achter de rijen loopt straft deze mislukking door de “leeftijd van gunst” te verlagen tot 18 jaar. Hij gebiedt de kinderen ook om “vruchtbaar te zijn en zich te vermenigvuldigen”.
Die nacht lopen Malachi (de moordenaar van de jongen die werd overreden) en alle andere 18-jarigen het korenveld in om zich te offeren aan Hij Die Achter de Rijen Loopt. Ruth, een meisje dat zwanger is van Malachi’s kind, weent als ze hem uitzwaait. Ze droomt ervan het korenveld in brand te steken, maar durft dat niet te doen omdat Hij die achter de rijen loopt alles kan zien, ook de geheimen in de harten van de mensen. Het verhaal eindigt met de mededeling dat het koren rondom Gatlin tevreden is.