Velen hebben een vereenvoudigde versie van het Rosa Parks verhaal gehoord, als een geïsoleerd incident waarbij ze weigerde haar zitplaats op te geven omdat ze moe was, wat uiteindelijk resulteerde in de desegregatie van de bus. In werkelijkheid waren de stappen om zich te organiseren tegen de bussegregatie al jaren eerder begonnen, en de boycot was een gecoördineerde inspanning waarbij ongeveer 40,
Wandelaars tijdens de busboycot |
Er waren in de jaren ’40 al talrijke gevallen geweest van zwarten die weigerden zich te houden aan de segregatiewetten in het openbaar vervoer. De Women’s Political Council (WPC) werd opgericht in 1949, nadat Jo Ann Gibson een bijna lege bus had moeten verlaten omdat ze weigerde naar achteren te gaan. Tegen 1955 had de WPC leden op elke school en in federale, staats- en lokale banen, en volgens Gibson, de voorzitster, “wisten we dat we in een kwestie van uren de hele stad konden corrumperen”. De WPC had in mei 1954 een ontmoeting gehad met de burgemeester van Montgomery, en had daar schriftelijk gevolg aan gegeven door te vragen om veranderingen in de bussegregatie en door hem te laten weten dat als de omstandigheden in de bussen niet veranderden, de burgers een boycot zouden organiseren. Zij verklaarde dat, aangezien drie vierde van de passagiers Afro-Amerikaans waren, de bussen niet zouden kunnen functioneren zonder hun steun. Toen de omstandigheden niet veranderden, wachtte de WPC op de juiste gebeurtenis om als katalysator voor de boycot te dienen. In 1955 deden zich drie gelegenheden voor toen, op verschillende tijdstippen, een vrouw werd gearresteerd omdat zij weigerde haar zitplaats in een bus af te staan aan een blanke. Toen op 1 december Rosa Parks werd gearresteerd, wisten de leiders dat de tijd rijp was.
Rosa Parks was een van de eerste vrouwen in Montgomery die lid werd van de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), en had jarenlang als secretaresse daarvan gediend. Ze had geleerd over vakbondsstrijd, had gewerkt aan de desegregatie van de plaatselijke scholen en had in het verleden de bussegregatiewetten getrotseerd.
Ze had het respect van de gemeenschap, en de kracht om met de resulterende publiciteit, druk en vijandigheid om te gaan. Toen ze weigerde haar plaats in de “gekleurde” sectie op te geven, handelde ze met volledige kennis van wat ze deed en de mogelijke gevolgen.
Gemeenschapsleiders riepen op tot een eendaagse busboycot voor 5 december, de dag van haar proces. Toen de boycot een succes werd, vormden de leiders de Montgomery Improvement Association (MIA). Zij kozen Dr. Martin Luther King Jr., een nieuw lid van de gemeenschap, als hun leider. Op een massabijeenkomst die avond werd besloten de boycot voort te zetten. Duizenden liepen of vonden andere vervoermiddelen voor werk, school en boodschappen, en er werd een systeem van carpoolen opgezet. Chauffeurs en passagiers werden vaak bekeurd of gearresteerd, en veel aanhangers van de boycot werden bedreigd met het verlies van hun baan en lastiggevallen door lokale overheidsfunctionarissen.
Voor het eerst konden zwarte passagiers vooraan in de bus instappen en zitten waar ze wilden. |
In 1955 verbood de Federal Interstate Commerce Commission de segregatie op interstatelijke treinen en bussen. Op 1 februari 1956 spande de MIA een rechtszaak aan bij het U.S. District Court om de grondwettigheid van de bussegregatie in Montgomery aan te vechten. Het proces noemde andere zwarte vrouwen, niet Rosa Parks, als eisers. Later die maand werden meer dan 100 demonstranten, waaronder Dr. King, gearresteerd wegens het “hinderen” van een bus. In juni besliste de rechtbank in het voordeel van de MIA, en de stad ging tegen de beslissing in beroep bij het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten. Half november bevestigde het Hooggerechtshof de beslissing van de districtsrechtbank dat de segregatie in de bussen ongrondwettelijk was, en op 20 december 1956 werden de bussen van Montgomery eindelijk gedesegregeerd. De boycot had 381 dagen geduurd.