Toen ze opgroeide, wilde Anne Frank schrijfster of journaliste worden. Helaas werd haar leven afgebroken door antisemitische vervolging tijdens de Holocaust. Hoewel ze het niet heeft kunnen meemaken, is Anne Franks dagboek een van de bekendste getuigenissen geworden van het leven van een joodse familie in Europa tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Annelies Marie Frank werd geboren op 12 juni 1929 in Frankfurt, Duitsland. Ze woonde bij haar oudere zus Margot en haar ouders Otto en Edith Frank. In 1933, toen Anne ongeveer vijf jaar oud was, grepen Adolf Hitler en de anti-joodse nationaal-socialistische partij de macht. De Franks besloten naar Amsterdam in Nederland te vluchten in de hoop op een beter leven. Terwijl haar vader eerst vertrok om regelingen te treffen, bleef Anne Frank tot februari 1934 bij haar grootouders in Aken, Duitsland, toen ze zich bij de rest van haar familie in Amsterdam voegde. Frank raakte snel gewend aan haar nieuwe thuis en ging naar een Nederlandse school in de buurt. Hoewel Frank en haar familie genoten van de veiligheid van Nederland, veranderde dit alles toen nazi-Duitsland in 1939 Polen binnenviel en de Tweede Wereldoorlog begon. Minder dan een jaar later vielen de nazi’s Nederland binnen. Het Nederlandse leger gaf zich snel over, en het nazi-leger begon nieuwe wetten te handhaven die de joodse mobiliteit beperkten. Joodse mensen mochten geen niet-joodse zaken meer bezoeken en joodse kinderen moesten naar aparte joodse scholen. Spoedig daarna moesten alle Joden ter identificatie een davidster op hun kleding dragen.
Tegen de zomer van 1942 begonnen Joodse mensen in Nederland oproepen en berichten te ontvangen om zich te melden voor “werk” in kamp Westerbork bij de Duitse grens. Velen van hen waren zich er niet van bewust dat nazi-functionarissen hen vervolgens vervoerden naar de twee grote Joodse moordcentra, Auschwitz-Birkenau en Sobibor. Op 5 juli 1942 kreeg Franks zus Margot een oproep om zich te melden in een werkkamp in Duitsland. Omdat ze het telefoontje verdachten en vreesden voor hun leven, besloten de Franks onder te duiken in plaats van zich te melden in het kamp. De volgende dag al dook het hele gezin onder in de aanbouw achter het kantoor van de familie aan de Prinsengracht 263. Al snel verwelkomde de familie vier Nederlandse Joden op de geheime zolderwoning om aan de vervolging te ontkomen. De groep zat twee jaar lang ondergedoken in het achterhuis, terwijl hun vrienden voedsel en kleding smokkelden om hen veilig te stellen. Vlak voordat ze zouden onderduiken, kreeg Frank voor haar dertiende verjaardag een dagboek. Terwijl ze met haar familie ondergedoken zat, begon ze haar ervaringen, gedachten en gevoelens in haar dagboek op te schrijven. Ze schreef ook korte verhalen en begon aan een roman over haar leven.
Helaas werd op 4 augustus 1944 de schuilplaats van de familie ontdekt door de Gestapo (Duitse Geheime Staatspolitie). De Franks en hun vier metgezellen werden gearresteerd, samen met twee van de mensen die hen hadden geholpen onder te duiken. Zij werden allen op 8 augustus 1944 naar kamp Westerbork gestuurd en klaargemaakt voor transport. Op 4 september 1944 werden zij met 1.019 andere Joden op een trein gezet en op transport gesteld naar Auschwitz in Polen. Eenmaal aangekomen werden de mannen en vrouwen gescheiden, en Frank en haar zus Margot werden vanwege hun leeftijd uitgekozen voor handenarbeid. Meer dan 350 van de mensen die met de Franks in het transport aankwamen, werden onmiddellijk naar de gaskamers gebracht en vermoord. Eind oktober 1944 werden Anne en haar zus Margot naar een ander concentratiekamp in Noord-Duitsland getransporteerd, Bergen-Belsen genaamd. De leefomstandigheden in dit kamp waren ook afschuwelijk, en velen stierven van de honger of door ziekte. Anne en Margot liepen beiden tyfus op en stierven in maart 1945, een paar weken voordat het Britse leger het kamp op 15 april bevrijdde. Hun moeder Edith stierf ook begin januari 1945 in het kamp Auschwitz.
Toen het Sovjetleger Auschwitz op 27 januari 1945 bevrijdde, was hun vader Otto de enige uit het bijgebouw die het overleefde. Toen hij werd vrijgelaten, vernam hij helaas dat zijn hele familie dood was. Hij keerde echter terug naar Nederland en ontdekte dat zijn vriendin Miep Gies het dagboek van Anne Frank had weten te redden voordat de nazi’s hun onderduikadres binnenvielen. Otto las de geschriften van zijn dochter en zag dat zij journaliste of schrijfster wilde worden. Daarom publiceerde hij haar dagboek in juni 1947. Het boek werd steeds populairder en werd later in meer dan 70 talen vertaald. In 1960 werd het achterhuis waar de familie zich schuilhield omgebouwd tot museum, het Anne Frank Huis.