Bedwantsen zijn roestbruin en vleugelloos. Omdat hun lichaam plat en laag bij de grond is, kunnen ze zich verbergen in kleine spleten, kieren en stofplooien. Een volwassen bedwants heeft de grootte en vorm van een appelzaadje, maar hun jongen zijn slechts zo groot als een maanzaadje.
De kleine afmetingen van een bedwants en zijn vermogen om zich te verbergen maken hem relatief moeilijk visueel waar te nemen. Het idee, echter, dat bedwantsen onmogelijk met het blote oog te zien zijn is een mythe. Bedwantsen hebben een helder-witte kleur wanneer ze voor het eerst uit het ei komen, geleidelijk zal hun kleur veranderen in een donker roodbruin. Onmiddellijk na het voeden zal de kleur van een bedwants rood worden, hun borststuk zal ook gezwollen lijken.
Anatomy Breakdown
1: Antennes
Bedwantsen gebruiken antennes als sensoren om hen naar slapende gastheren te leiden, waar het insect zich kan voeden. Elke antenne heeft vier segmenten, ongeveer half zo lang als het lichaam van het insect.
2: Proboscis
De proboscis is een klein buisje dat bedwantsen gebruiken om bloed uit hun gastheer te zuigen. Wanneer niet in gebruik verbergt de proboscis zich onder hun mond, en verlengt zich wanneer het tijd is om te eten. Als bedwantsen zich voeden, injecteert de proboscis speeksel in hun gastheer. Dit speeksel heeft anti-coagulerende eigenschappen, waardoor de plaag zich ongemerkt vol bloed kan drinken. Elke beet van een bedwants zuigt ongeveer 0,0055 milliliter bloed op.
3: Ogen
De ogen van een bedwants bestaan uit vele zich herhalende segmenten, ommatidia genaamd. Vergeleken met de ogen van een zoogdier, zijn ‘samengestelde ogen’ zeer gevoelig voor beweging. Deze gevoeligheid helpt bedwantsen gevaar te vermijden en verborgen te blijven.
4: Kop
Bedwantsen hebben koppen die kort en breed zijn, die vastzitten aan hun borststuk.
5: Thorax
Het borststuk is het deel van het insect waar de poten aan het lichaam vastzitten. Dit segment is ook verbonden met de kop en stelt de bedwants in staat om te bewegen.
6: Wing Pads
Vleugelkussens geven aan waar vleugels zich gewoonlijk zouden ontwikkelen als een insect volwassen wordt. Hoewel volwassen bedwantsen vleugelkussens hebben, zijn het slechts rudimentaire vleugels. Dat betekent dat hun vleugels zich niet volledig ontwikkelen en dat ze nooit de mogelijkheid krijgen om te vliegen. Men denkt dat bedwantsen ooit vleugels hadden, maar na verloop van tijd geëvolueerd zijn om ze niet langer nodig te hebben.
7: Poten
Bedwantsen zijn geëvolueerd om expert reizigers te zijn. Gedeeltelijk door zes poten die gemaakt zijn om te kruipen. Een volwassen bedwants kan een meter afleggen in één minuut. Elke poot heeft een klauw die gebruikt kan worden om ruwe oppervlakken te grijpen, te klimmen, en zich vast te houden aan een gastheer terwijl ze zich voeden. Deze insecten hebben geen zuignappen, waardoor ze moeilijk gladde oppervlakken kunnen beklimmen.
8: Buik
Er zijn 11 segmenten die de structuur vormen van het achterlijf van een bedwants. Als de plaag zich voedt, zetten deze segmenten uit zodat het geconsumeerde bloed kan worden opgeslagen. Onmiddellijk nadat een bedwants zich heeft gevoed, zal het achterlijf gezwollen en roodachtig van kleur lijken.
De vorm van het achterlijf van een bedwants geeft aan of het insect mannelijk of vrouwelijk is. Mannelijke bedwantsen hebben een spitse punt aan de achterkant van hun achterlijf, vrouwtjes zullen een afgeronde punt hebben.