Ademhalingsmoeilijkheden

Baby’s ademen veel sneller dan oudere kinderen en volwassenen. De normale ademhalingsfrequentie van een pasgeborene is ongeveer 40 keer per minuut. Dit kan vertragen tot 20 à 40 keer per minuut wanneer de baby slaapt. Het ademhalingspatroon van een baby kan ook anders zijn. Een baby kan een aantal keer snel ademen, dan een korte rustpauze van minder dan 10 seconden hebben en dan weer opnieuw ademen. Dit wordt vaak periodieke ademhaling genoemd en is een normaal verschijnsel. Baby’s gebruiken normaal gesproken hun middenrif (de grote spier onder de longen) om te ademen.

Verschillen in de ademhalingssnelheid of het ademhalingspatroon van een baby, het gebruik van andere spieren en delen van de borstkas om te ademen, of veranderingen in de kleur kunnen betekenen dat de baby ademnood heeft en onmiddellijk medische hulp nodig heeft.

Tekenen van ademhalingsproblemen kunnen onder meer de volgende zijn:

  • Snelle of onregelmatige ademhaling. Een snelle ademhaling is meer dan 60 ademhalingen per minuut. Een baby die oververhit of overstuur is en huilt, kan snel ademen, maar dit moet langzamer gaan als de baby het niet meer te warm heeft of niet meer huilt. Een aanhoudend snelle ademhaling is een teken van een probleem. Een ademhaling die langer dan 20 seconden stopt, apneu genoemd, kan een ernstig probleem zijn.

  • Afgesneden neusgaten. Bij een baby die moeite heeft om voldoende lucht in te ademen, worden de neusgaten bij elke inademing wijder.

  • Het terugtrekken van de neusgaten. Een ander teken dat de baby moeite heeft om lucht in te ademen is terugtrekken, wanneer de baby de borstkas bij de ribben, onder het borstbeen of boven de sleutelbeenderen intrekt.

  • Grommen. Dit is een geluid dat wordt gemaakt door een baby die moeite heeft met ademhalen. De baby gromt om te proberen lucht in de longen te houden en zo het zuurstofgehalte op te bouwen. Een ander geluid kan een kreun of zucht zijn bij het uitademen.

  • Blauwe kleur. Cyanose, een algemene blauwe verkleuring, kan een teken zijn dat de baby niet genoeg zuurstof krijgt. Dit wordt vaak gezien bij baby’s met hartafwijkingen en ademhalingsproblemen.

  • hoesten. Soms kan hoesten of verslikken optreden wanneer een baby te snel melk binnenkrijgt bij de voedingen. Aanhoudend hoesten of verslikken kan wijzen op een ademhalingsprobleem of een probleem met de spijsvertering dat door de arts van uw baby moet worden onderzocht.

Bij elk teken van ademhalingsproblemen moet u onmiddellijk contact opnemen met de arts van uw baby.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.