21.1 Genetische factoren en hormonen die het geslacht bepalen

De functie van de steuncellen (Sertoli) wordt geregeld door het hypofysehormoon FSH (follikelstimulerend hormoon). Sertoli-cellen synthetiseren ca. 60 verschillende proteïnen die verband houden met de voortplanting. De belangrijkste zijn inhibine, androgeen-bindend-eiwit (ABP) en het antimülleriaans hormoon (AMH).
Antimülleriaans hormoon (AMH) is een glycoproteïne van 560 aminozuren en behoort, samen met inhibine, tot de TGF-b familie. Het is verantwoordelijk voor de atrofie van de paramesonefrische ductus (Müller) bij mannen. Het bijbehorende gen is gelokaliseerd op chromosoom 19. Het hormoon kan zeer vroeg in de ontwikkelingsfase van de testiculaire differentiatie worden gedetecteerd en bereikt zijn maximum tijdens de atrofie van de paramesonefrische ductus (Müller). Bij het “Persistent Müllerian Duct Syndrome” (PMDS) blijft de paramesonefrische ductus (Müller) bestaan bij een man die voor het overige normale inwendige en uitwendige geslachtsorganen vertoont. De oorzaak is ofwel een structurele afwijking, ofwel een tekort aan AMH of zijn receptoren. Bij het begin van de puberteit nemen de hoeveelheden AMH sterk af omdat testosteron, dat in toenemende mate wordt geproduceerd, de genexpressie van AMH remt.
Inhibine is ook een glycoproteïne dat de secretie van FSH remt. Inhibine wordt in wisselende hoeveelheden vrijgemaakt in samenspel met testosteron.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.